SMG3 quiz

SMG3 quiz
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

SMG3 quiz

Slide 1 - Slide

Wat betekent "Inleiding" in het kader van TOPdesk?
A
Het einde van het verhaal
B
Het begin van het verhaal waarin belangrijke informatie wordt verteld.
C
Een specifieke taak

Slide 2 - Quiz

Wat zijn "Eerstelijnsmeldingen" in TOPdesk?
A
Problemen die eerst door een speciale medewerker worden behandeld.
B
Klachten van gebruikers.
C
Standaardoplossingen voor veelvoorkomende problemen.

Slide 3 - Quiz

Wat houdt "Registreren" in binnen TOPdesk?
A
Het oplossen van problemen.
B
Het toevoegen van informatie over het probleem, zoals wie het heeft en waar het over gaat.
C
Het afsluiten van meldingen.

Slide 4 - Quiz

Wat betekent "Behandelen" in de context van TOPdesk?
A
Proberen het probleem op te lossen of te helpen.
B
Het escaleren van problemen.
C
Het indienen van officiële documentatie.

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van "Escaleren" in TOPdesk?
A
Het afsluiten van een melding.
B
Het oplossen van een incident.
C
Als het probleem te moeilijk is, gaat het naar iemand anders die meer weet.

Slide 6 - Quiz

Wat wordt bedoeld met "Afsluiten" in TOPdesk?
A
Het oplossen van problemen.
B
Het sluiten van het TOPdeskmenu.
C
Zeggen dat het probleem is opgelost en klaar is.

Slide 7 - Quiz

Waarvoor staat "TOPdesk"?
A
Een speciale plek om koffie te drinken.
B
Een systeem voor het bijhouden en oplossen van problemen.
C
Een afkorting voor technische ondersteuning.

Slide 8 - Quiz

Wat is een "Module" in TOPdesk?
A
Een speciale plek om koffie te drinken.
B
Een type computerhardware.
C
Een stukje van TOPdesk met speciale taken.

Slide 9 - Quiz

Wie is een "Behandelaar" in TOPdesk?

Slide 10 - Open question

Wat zijn "Meldingen" in TOPdesk?
A
Problemen of vragen die mensen vertellen.
B
Algemene mededelingen van het management.
C
Standaardteksten in het systeem.

Slide 11 - Quiz

Hoe worden problemen of vragen genoemd die mensen vertellen?
A
Meldingen
B
Storingen
C
Klachten

Slide 12 - Quiz

Wat zijn onverwachte gebeurtenissen die een probleem veroorzaken?
A
Taak
B
Incidenten
C
Wensen

Slide 13 - Quiz

Hoe worden problemen met bijvoorbeeld de computer genoemd?
A
Klachten
B
Verzoeken
C
Storingen

Slide 14 - Quiz

Wat betekent "Resetten"?
A
Iets opnieuw instellen, bijvoorbeeld een wachtwoord.
B
Een specifieke taak uitvoeren.
C
Het sluiten van een melding.

Slide 15 - Quiz

Wie zijn de mensen die een systeem gebruiken?
A
Behandelaars
B
Gebruikers
C
IT-infrastructuur

Slide 16 - Quiz