Lese- und Schreibeprüfung

het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
1 / 44
next
Slide 1: Drag question
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 1 - Drag question

Het werkwoord sein.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 2 - Drag question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits
(heeft). Er ............. neue Tennisschuhe.

Slide 3 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.

(is) Sie ..........meine Musiklehrerin.

Slide 4 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
(hebben) Wir .......... um 20.00 Uhr Training.

Slide 5 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
zijn 4. .................ihr morgen zu Hause?

Slide 6 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
(heb) Ich ...............keinen Bock auf Sport.

Slide 7 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
(ben) Ich ...........morgen um 17.00 Uhr in der Sporthalle.

Slide 8 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
(heeft) ..........Sie meine Telefonnummer?

Slide 9 - Open question

Vertaal het werkwoord dat in de kantlijn staat in het Duits.
(zijn) Die Mädchen ............die großen Gewinner.

Slide 10 - Open question

Du oder Sie

Jij of u

Slide 11 - Slide

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen je opa, 65 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 12 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen de lerares, 25 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 13 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen de vrouw, die in de buurt woont, 23 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 14 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen je tante, 45 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 15 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen de postbode, 21 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 16 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen een meisje, dat bij jou in de buurt woont, 15 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 17 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen de kapper, 30 jaar.
A
du
B
Sie

Slide 18 - Quiz

Zeg je in Duitsland du oder Sie?

Tegen een goede vriend, 22 jaar,
A
du
B
Sie

Slide 19 - Quiz

Lesen 
Beantwoord de vragen in het Nederlands

Slide 20 - Slide

De vragen staan op de volgende 3 slides.

Das bin ich
(1)Mein Name ist Friederike. Meine Freunde und meine Familie nennen mich meistens einfach nur Rike. Ich bin 16 Jahre alt.
Ich habe im April Geburtstag. Ich wohne mit meiner Familie in Pöcking. Das ist eine kleine Stadt am Starnberger See in der Nähe von München. Seit kurzem arbeite ich in einem Biergarten. Das ist eine Art Restaurant und typisch deutsch (vor allem in Süddeutschland). Die Leute sitzen draußen und holen sich ihr Essen und Trinken selbst. Man darf sich dort sogar sein eigenes Essen mitbringen. 


Slide 21 - Slide

Beantwoord de vragen in het Nederlands

Wanneer is Friederieke jarig?

Slide 22 - Open question

Beantwoord de vragen in het Nederlands

Friederike heeft een baantje. Waar werkt zij?

Slide 23 - Open question

Beantwoord de vragen in het Nederlands

In welk deel van Duitsland heeft zij dit bijbaantje?

Slide 24 - Open question


Vraag staat op de volgende slide.


LIEBLINGSBESCHÄFTIGUNG ( Hobby )
Ich koche und backe sehr gerne. Je nach Anlass backe ich Cupcakes, Kuchen oder Torten. Ich bringe fast immer etwas Gebackenes mit. Wenn jemand Geburtstag hat zum Beispiel.
Ich treffe mich oft und gern mit Freunden. Wir sind dann bei jemandem Zuhause und reden und hören Musik. Wir gehen auch in Cafés oder fahren nach Starnberg oder München zum Shoppen. Manchmal gehen wir auch abends weg. Ich muss momentan viel für die Schule tun. Es gibt leider nicht so viel Zeit für andere Dinge. 

Slide 25 - Slide

Beantwoord de vragen in het Nederlands.
Friederik noemt 5 verschillende hobby's. Eén ervan is kletsen ( (reden ).
Welke vier andere bezigheden noemt zij nog meer?


Slide 26 - Open question

Vragen staan op de volgende slide.

MEIN SPORT
Ich mache viel Sport. Mein Bruder und ich gehen beide zum Taekwondo. Ich trainiere meistens drei bis vier mal pro Woche. Eine Freundin wollte das unbedingt ausprobieren. Ich bin mitgekommen und es hat mir viel Spaß gemacht. Es ist eine anstrengende Sportart. Man bleibt gut in Form und kann sich im Notfall verteidigen. Ich gehe auch reiten. Das Pferd heißt Fridolin. Die Besitzerin des Reitstalls ist meine Nachbarin. Ich muss deshalb nicht so viel dafür bezahlen.  



 

Slide 27 - Slide

Beantwoord de vragen in het Nederlands.
Friederike spreekt erover dat zij aan teakwondo doet. Hoe vaak traint zij hiervoor?

Slide 28 - Open question

Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Aan welke sport doet Friederike nog meer?

Slide 29 - Open question

13

Slide 30 - Video

00:17
Leg uit waarom huiswerk wel of niet nodig zou zijn?

Slide 31 - Open question

00:51
Hoeveel procent van de leerlingen in de video wil huiswerk afschaffen?

Slide 32 - Open question

02:06
Waar moeten leraren op letten bij het geven van huiswerk volgens dit meisje?

Slide 33 - Open question

02:47
Hoeveel procent van de ouders helpt bij huiswerk

Slide 34 - Open question

03:37
Heb jij een eigen plek waar je je kunt terugtrekken om huiswerk te maken?

Slide 35 - Open question

05:43
Hoeveel tijd zou je volgens de leerlingen in de video moeten besteden aan huiswerk?

Slide 36 - Open question

07:24
Voor welk vak heb jij het meeste huiswerk?

Slide 37 - Open question

07:43
Welke tips werden gegeven om je huiswerk te doen?

Slide 38 - Open question

09:23
Wat zou jij ervan vinden als je een cijfer zou krijgen voor je huiswerk? en waarom?

Slide 39 - Open question

09:36
Ter info: in Duitsland krijg je het cijfer 1 t/m 5 waarvan 1 het hoogste en 5 het laagste :)

Slide 40 - Open question

11:00
Maak jij bij het maken van je huiswerk gebruik van AI (bijv. chatgpt)? Hoe dan?

Slide 41 - Open question

12:18
Wat zou jij willen?
Gewoon thuis huiswerk maken en om 2 uur uit
Om 3 uur uit en het huiswerk op school maken

Slide 42 - Poll

13:49
Ben jij het eens/oneens met hun compromis: huiswerk heeft verschillende moeilijkheidsgraden

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Slide