H3 Meervouden 2

H3 Meervouden 2
Aan het einde van deze les kan je de meervouden van zelfstandig naamwoorden schrijven.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3 Meervouden 2
Aan het einde van deze les kan je de meervouden van zelfstandig naamwoorden schrijven.

Slide 1 - Slide

5. woorden op -ie

A. Klemtoon ligt op -ie     : + -ën

DRIE - drieën

meloDIE - melodieën

geNIE - genieën

B. klemtoon ligt niet op -ie : +n (trema op laatste ë)

bacTErie - bacteriën

POrie - poriën

Slide 2 - Slide

4. woorden -ee
Deze woorden krijgen altijd + -ën.

slee - sleeën
fee - feeën
ree - reeën

Slide 3 - Slide

Op welke lettergreep ligt de klemtoon?

Categorie

A
CATegorie
B
cateGORie
C
CategoRIE
D
CatEGOrie

Slide 4 - Quiz

Op welke lettergreep ligt de klemtoon?

kolonie

A
KO-lo-nie
B
Kol-ON-ie
C
Ko-lo-NIE
D
Ko-LO-nie

Slide 5 - Quiz

knie
A
kniën
B
knieën

Slide 6 - Quiz

kolonie
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 7 - Quiz

idee
A
ideën
B
ideeën
C
ideëen

Slide 8 - Quiz

orchidee
A
orchideeën
B
orchideën
C
orchideëen

Slide 9 - Quiz

6. woorden uit het Latijn
- Eindigen op -um           : meervoud wordt -a
                                                   meervoud op -s mag ook
- Eindigen op -us               : meervoud wordt -i

museum - musea/ museums
politicus - politici

Slide 10 - Slide

Noteer de meervouden van:

museum - datum - politicus - technicus

Slide 11 - Open question

7. woorden zonder meervoud

Sommige woorden hebben geen meervoud

Ze kunnen dus alleen in het enkelvoud voorkomen.


Warmte - liefde - geduld - hersenen

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Weektaak, HW voor 25 februari:
H2.8 opdr. 1, 3, 4, 6 t/m 8 & 10
H3.8 opdr. 1, 3, 4 - 6 - 7 & 11

Je mag overleggen op fluistertoon! 

Slide 13 - Slide