Klas 1THV - § 2.3 en § 2.4: Cellen, celkern en DNA

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

CELLEN

Leerdoelen

• Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies. 

• Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies. 
  
• Je kunt de functie van de celkern uitleggen.
  
• Je kunt de functie van DNA uitleggen.
  
• Je kunt uitleggen wat chromosomen zijn

Soorten mensencellen

 Cellen van planten en dieren

Celmembraan

Niet alles kan door het celmembraan heen (glucose niet, zuurstof wel). 

Nuttige stoffen worden opgenomen, afvalstoffen kunnen naar buiten

 

Celorganellen

Delen van een cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen

Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Plastiden

Plastide  = korrel

• Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
• Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
• Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Plastiden in vruchten

• Plastiden kunnen van het ene type overgaan in het andere type plastide.

Organellen

Mitochondriën hebben een functie in de energievoorziening van de cel.

Ribosomen helpen met het maken van eiwitten.

De celkern

Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

In de celkern liggen chromosomen.

DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen, de helft heb je gekregen van je vader en de helft van je moeder.

DNA

Het aantal chromosomen in de cel bepaalt het organisme.

Sleep het organel naar de juiste afbeelding

Alleen Plantencel

Planten- en dierlijke cel

Celkern

celmembraan

Bladgroenkorrels

Celwand

Cytoplasma

Vacuole

Kernmembraan

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 

Celwand

Celkern

Bladgroenkorrel

Celplasma

Vacuole

Chromosomen

1. zijn altijd zichtbaar onder de microscoop
2. zijn soms zichtbaar onder de microscoop
3. zijn nooit zichtbaar onder de microscoop

Chromosomen komen voor in paren. Hoeveel paren chromosomen heeft een mens?

1. 24
2. 23
3. 40
4. 46

Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft iemand van de moeder?

1. 46
2. 23
3. 22
4. 45

hetklokhuis.nl

Evaluatie Leerdoelen

• Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

• Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies