Wat moet je kunnen berekenen?
Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten
Yara heeft 6 stoelen gemaakt. De productiekosten waren € 450.
De kostprijs per stoel is €450 ÷ 6 = € 75
Winst = opbrengsten – kosten
Sem heeft voor € 275 aan frisdrank verkocht. De kosten waren in totaal € 165.
Zijn winst is: € 275 – € 165 = € 110
Afschrijving per jaar = aanschafprijs ÷ aantal gebruiksjaren
Noa koopt voor € 35.100 een nieuwe bedrijfsauto. De auto gaat negen jaar mee.
Per jaar is de afschrijving: € 35.100 ÷ 9 = € 3.900