Grammatica 2k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Grammatica H5 en H6

                        Wat gaan we doen?

                            Grammatica herhalen

                           Grammatica oefenen

Welke onderdelen komen aan bod?

- Bijwoordelijke bepaling

- Vergelijken

- Lastige werkwoorden

- Meervouden

- Werkwoordspelling

- Schrijven zonder fouten

Welk onderdeel vind jij moeilijk?

Bijwoordelijke bepaling

 - BWB vind je door te vragen: waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Hoe? Wanneer?

- BWB is datgene wat overblijft na pv, ow, gezegde, lv, mv.

Wat is het BWB in deze zin?
Door een ongeluk heeft Anouk vanmorgen haar arm gebroken.

1. Door een ongeluk, vanmorgen
2. Anouk, haar arm
3. Door een ongeluk, vanmorgen, Anouk
4. Niks

Maak zelf een zin met twee BWB's.

Vergelijken

Stellende trap: groot (/)

Vergrotende trap: groter (-er) 

Overtreffende trap: grootst (-st)

Als (na stellende trap, herkennen aan even/zo)

Dan (na vergrotende trap)

Tess is groter ... Stijn

1. Dan
2. Als

Isa is net zo slim ... Jort.

1. Als
2. Dan

Lastige werkwoorden

De PV tt en het VD klinken hetzelfde, maar je schrijft ze anders.

1. VD heef altijd een hulpwerkwoord in de zin (zijn, hebben, worden).

2. Voltooid deelwoord is al voltooid: is al gebeurd.

3. Verlengproef

Lastige werkwoorden

1. Is het een PV tt of een VD?

2. VD herken je aan een hulpwerkwoord en het is al gebeurd/voltooid.

2. Schrijf je het VD met een T of een D? Verlengproef. 

Ruud (overleggen) met haar vrienden.

1. Overlegd
2. Overlegt
3. Overlegdt

Jij hebt de vraag (beantwoorden).

1. Beantwoord
2. Beantwoort
3. Beantwoordt

Meervouden op -s en -'s

Meervouden op -s:

stickers, spelletjes

Meervouden op -'s:

als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na -Y.

Ijslolly - Ijslolly's 

Echo - Echo's

Meervouden op -en en -ën

Meervouden op -en:

tenten, lampen

(Soms moet je iets veranderen: druif-druiven, kaas-kazen)

Meervouden op -ën:

bij woorden die eindigen op -ee of -ie.

Zee - zeeën, drie - drieën

Wat is het meervoud van twee?

1. Twee's
2. Tweeën
3. Tweeen

Wat is het meervoud van menu?

1. Menuën
2. Menus
3. Menu's

Wat is het meervoud van ijslolly?

Werkwoordspelling (schema)

1. Gebruik de vraagproef of tijdproef om te zien of het werkwoord een persoonsvorm is.

2. Ga na of de persoonsvorm in de tegenwoordige of verleden tijd geschreven moet worden.

3. Gebruik de regels van de tegenwoordige tijd of verleden tijd uit het schema.

4. Als het werkwoord geen persoonsvorm is: verlengproef

Hoe spel je het volgende werkwoord?
Iris (verlengen) haar abonnement.

1. Verlengt
2. Verlengd
3. Verlengdt

Hoe spel je het werkwoord?
Iedereen was (verbazen) over de cijfers.

1. Verbaast
2. Verbaasd

Schrijven zonder fouten

1. Schrijf namen met hoofdletters

2. Gebruik de juiste verwijswoorden (deze, die, dit, dat)

3. Schema werkwoordspelling

4. Begin zin met hoofdletter, eindig met ./?/!

5. Zet een komma voor een voegwoord (behalve voor -en)

6. Zet een komma tussen twee persoonsvormen en tussen delen van een opsomming. 

Maak een zin met de volgende woorden: fleur, fietst, haar fiets, canisius.

Maak een zin met de volgende woorden: job, dirk, frankrijk, die, want.

Welk onderdeel vind jij het moeilijkst?
(BWB, vergelijken, lastige ww, ww spelling, schrijven zonder fouten)

Met welk onderdeel ga jij nu oefenen?