Schrijven zonder foutenLet bij het schrijven op de volgende dingen:
1. Schrijf namen met een hoofdletter (behalve de namen van maanden, seizoenen, windstreken en dagen).
2. Gebruik de juiste verwijswoorden
(dat, dit, deze, die).
3. Schema werkwoordspelling.
4. Begin elke zin met een hoofdletter en eindig met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
5. Zet een komma voor een voegwoord, behalve voor en.
6. Zet een komma tussen twee persoonsvormen en tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en).
Schrijf namen met een hoofdletter (behalve de namen van maanden, seizoenen, windstreken en dagen).
Gebruik de juiste verwijswoorden.