Examentraining 4 Cel en ecologie

Orgaanstelsels
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Orgaanstelsels

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Orgaanstelsels

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Organen.
Ons lichaam is opgebouwd uit organen.

Een orgaan voert bepaalde taken uit. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weefsels van mensen
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie 
= weefsel

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

verschil planten en dierencel

Slide 5 - Slide

Planten hebben meer celorganellen dan dieren. Planten hebben een celwand om de celmembraan heen. Deze zorgt voor een vaste vorm en grootte van de cel.

Planten hebben ook plastiden, deze kunnen voor kleur zorgen in de plant. Er zijn drie vormen plastiden: chloroplasten, zorgen voor een groene kleur, chromoplasten, zorgen voor rode kleur, oranje kleur of gele kleur, en leukoplasten, die zijn kleurloos.

Plantencellen hebben ook een grote vacuole, die ook kleur aan planten kan geven.

Als plantencellen niet goed aansluiten, zijn intercellulaire ruimten zichtbaar.

Cel-organellen.
cellen zijn opgebouwd uit organellen.

een organel voert bepaalde taken uit. 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Celkenmerken
Het indelen van organismen gebeurt aan de hand van celkenmerken.
Ieder rijk heeft bepaalde celkenmerken wel of juist niet.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Celkenmerken
  • Op basis van celkenmerken 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Thema 6 Ecologie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

BS 1: Eten en gegeten worden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen



Voedselketen
Een voedselketen begint altijd met een plant/producent. Ieder organisme in een voedselketen noemen we een schakel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
In een voedselweb staan alle 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Producenten
Alle planten en andere organismen die bladgroenkorrels hebben

Zij maken hun eigen organische stoffen

Ze zijn altijd de eerste schakel in een voedselketen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Consumenten
Alle organismen die moeten eten om aan organische stoffen te komen

Vormen de tweede en alle volgende schakels

2e schakel: Planteneter/alleseter
3e schakel enz.: Vleeseter/alleseter

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Reducenten
Alle organismen die dode resten opruimen en afbreken
(schimmels en bacteriën) 

Zij maken van organische stoffen weer anorganische stoffen
Worden niet genoemd in een voedselweb of voedselketen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kringloop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

BS 2: Piramiden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
• Teken een piramide van aantallen en een piramide van biomassa.
• Geef aan wat de piramide van aantallen is en wat de piramide van biomassa is.
• Zet bij elke laag van de piramide welke schakel hij voorstelt (bijvoorbeeld consumenten van de eerste orde of planteneters).
• Teken pijlen die aangeven waar energie verdwijnt en zet erbij waardoor de energie verdwijnt.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Piramide van Aantallen
Hierbij tellen we het aantal organismen in elke schakel.
Deze hoeft dus niet de vorm van een piramide te hebben.
BV: De eerste schakel kan bestaan uit 1 boom.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa

Deze heeft altijd de vorm van een piramide. 
De biomassa is in de eerste schakel het grootst en neemt in elke volgende schakel af.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Energie in de voedselketen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

BS 3: Kringlopen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Koolstofkringloop

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Stikstofkringloop

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 4: Populaties

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Biotisch en abiotisch

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

*Individu= 1 enkel organisme
*Populatie= Een groep organismen 
  van dezelfde soort, binnen een 
  bepaald gebied, die onderling 
  voortplanten
*Levensgemeenschap= Alle  
  biotische factoren binnen een gebied
*Biotoop= Alle abiotische factoren binnen een 
  gebied.
*Ecosysteem= alle biotische en abiotische factoren in een gebied

Slide 28 - Slide

This item has no instructions



Biologisch evenwicht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Optimum
kromme

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aangepast aan water

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aangepast aan land

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vogels

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vogels

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 6: Aanpassingen bij planten

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Droge omgeving

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Cactus

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vochtige omgeving

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Licht

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Klimplanten

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Rozetvormende planten 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions