Vergelijking van Landen: Indicatoren en Analyse

Vergelijking van Landen: Indicatoren en Analyse

Lesdoelen

Je weet met welke indicatoren je landen in groepen kunt indelen en met elkaar kunt vergelijken.

Wat weet je al over het vergelijken van landen op verschillende indicatoren?

Introductie

Welkom bij de les over het vergelijken van landen op verschillende indicatoren. Vandaag gaan we leren hoe we landen kunnen vergelijken op economische, politieke, sociaal-culturele en demografische indicatoren.

Economische Indicatoren

Bruto Binnenlands Product (BBP), werkloosheid en handelsbalans zijn voorbeelden van economische indicatoren waarmee we landen kunnen vergelijken.

Politieke Indicatoren

Staatsvorm, politieke stabiliteit en corruptie-index kunnen helpen bij het vergelijken van landen op politieke indicatoren.

Sociaal-Culturele Indicatoren

Onderwijsniveau, gendergelijkheid en culturele diversiteit zijn voorbeelden van sociaal-culturele indicatoren die landen van elkaar onderscheiden.

Demografische Indicatoren

Bevolkingsdichtheid, levensverwachting en geboortecijfer zijn belangrijke demografische indicatoren om landen te vergelijken.

Activerende Opdracht

In groepen gaan jullie landen vergelijken op de genoemde indicatoren. Kies een land en verzamel gegevens over de economische, politieke, sociaal-culturele en demografische indicatoren. Presenteer jullie bevindingen aan de klas.

Terugblik

Bespreken en reflecteren op wat we hebben geleerd over het vergelijken van landen op verschillende indicatoren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.