Gesprek voeren zakelijk telefoongesprek

Regels online lessen
Camera aan
Microfoon uit
Heb je een vraag? Steek je handje op!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Regels online lessen
Camera aan
Microfoon uit
Heb je een vraag? Steek je handje op!

Slide 1 - Slide

Gesprek voeren 
Telefoongesprek

Slide 2 - Slide

Telefoneren

Slide 3 - Mind map

Wat wil je leren over telefoneren?

Slide 4 - Open question

Doel
  • Je kan een gesprek voeren
  • Je kan informatie uitwisselen en je persoonlijke mening geven
  • Je kan informatie vragen en geven
  • Je kan informatie verzamelen door middel van een vraaggesprek
  • Je neemt beurten in een gesprek en zorgt voor samenhang
  • Je kan je doel duidelijk maken
  • Je past je taalgebruik aan, aan je publiek
  • Je spreekt vloeiend, verstaanbaar en je zinnen kloppen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Zakelijk telefoongesprek
Taalgebruik is formeel
Kan met klant, leidinggevende of collega zijn, maar ook met gemeente of energiemaatschappij of belasting. 
Kent een vast verloop
Luister extra goed in een telefoongesprek, omdat je het zonder non-verbale communicatie moet doen.

Slide 7 - Slide

Opdracht
  1. Wat zeg jij als je iemand belt?
  2. Hoe sluit je het gesprek af?

timer
2:00

Slide 8 - Slide

Vooraf
  • Stemgebruik
  • Let op: Je tempo, volume en intonatie
  • Woordkeus aan de telefoon:
  • Correct Nederlands 
  • Spreek in de tegenwoordige tijd.
  • Gebruik geen verkleinwoorden.
  • Wees behulpzaam.


Slide 9 - Slide

Overige voorbeeld zinnen
  • ‘Hebt u een ogenblik?’
  • ‘Ik zal het even navragen.’
  • ‘Hebt u verder nog vragen? Kan ik verder nog iets voor u
  •  doen?’

Slide 10 - Slide

Voorbeeld zinnen start:
  • 'Goedemorgen/Goedemiddag, u spreekt met ...’
  • ‘Komt het gelegen dat ik u even bel?’
  • ‘Ik hoop dat u mij meer kunt vertellen over ...’ 



Slide 11 - Slide

Voorbeeld zinnen afsluiting

Bij de afsluiting van het gesprek gebruik je bijvoorbeeld de volgende zinnen:
  • ‘Hartelijk dank voor het gesprek.’
  • ‘Bedankt voor de informatie.’
  • ‘Nog een prettige dag verder.’

Slide 12 - Slide

Tips
  • Luister goed
  • Bereid het gesprek voor
  • Zorg dat je alle gegevens bij de hand hebt 
  • Zorg voor pen en papier

Slide 13 - Slide


De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je als eerste?
A
Niks, ik wacht tot de ander iets zegt.
B
Ik zeg "Hallo".
C
Ik zeg "hallo" tegen de ander en ik zeg mijn naam.
D
Ik vraag waarom de ander belt

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Je hoeft niet te zeggen waarom je belt als de ander heeft opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz


Als ik iemand bel, wie bepaalt dan waar we over praten?
A
Ik bepaal, want ik heb gebeld.
B
Ik wacht tot de ander begint te vertellen.

Slide 16 - Quiz


Wie praat er tijdens het gesprek?
A
Alleen ik
B
Alleen de ander
C
We praten allebei tegelijk
D
We praten om de beurt

Slide 17 - Quiz

Goed of fout?
Als ik wil stoppen met bellen hang ik gewoon op.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Hoe moet je een telefoongesprek afronden als je wil op hangen?

Slide 19 - Open question

Extra oefenen?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Kerstquiz

Slide 22 - Slide