B47, B48 en B49

B49 behandelen
  • B49 gaat over luchtstreken en hiervoor moeten we vorig hoofdstuk gebruiken! 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B49 behandelen
  • B49 gaat over luchtstreken en hiervoor moeten we vorig hoofdstuk gebruiken! 

Slide 1 - Slide

Welke 6 grote landschapszones kennen we ook alweer?

Slide 2 - Open question

6 landschapszones
1. Polaire zone
2. Boreale zone
3. Gematigde zone
4. Subtropische zone
5. Aride zone
6. Tropische zone

Dit zijn landschapszones!

Slide 3 - Slide

Indelen op temperatuur
  • Je kunt de aarde ook indelen op temperatuurzones in plaats van landschapszones.
  • Temperatuurzones op aarde noem je luchtstreken
  • De breedtecirkels vormen de grens van die luchtstreken

Slide 4 - Slide

Je ziet hier de aarde verdeeld in breedtecirkels
  • De tropen liggen tussen 23½ graden Noorder- en Zuiderbreedte
  •  De gematigde zone ligt tussen de 23½ graden en 66½ graden 
  • Polaire zone vanaf 66½ graden, die cirkel van 66½ graden heet de poolcirkel
  • 23½ graden cirkels heten keerkringen

Slide 5 - Slide

Poolstreken 
Tropen
Gematigde zone

's zomers lang licht en 's winters lang donker
12 maanden per jaar warm. 
Niet te heet en niet te koud

Slide 6 - Drag question

Temperatuurzones = luchtstreken
Tropen
Poolstreken
Gematigde zone

Slide 7 - Drag question

Oranje en rode groep
Aan het werk met de opdrachten: opdr. 1 t/m 5 van thema B

Laatste 5 minuten controleren we de lesdoelen

Slide 8 - Slide

Lesdoelen controleren
Wat weten we nog van deze les & hebben we lesdoelen gehaald?

Er komt een sleepvraag over de temperatuurfactoren

Slide 9 - Slide

Breedteligging
Hoogteligging
Ligging ten opzichte van de zee
Ligging gebergten
Aanvoer koude of warme lucht ergens anders vandaan
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder
Hoe hoger, hoe kouder
Wind of zeestromen
Wel of geen beschutte ligging
Hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter

Slide 10 - Drag question

Welke situatie klopt?
A
A is warm en B is koud
B
A is koud en B is warm
C
A en B beide even warm
D
A en B beide even koud

Slide 11 - Quiz

Waarom is het gebied wat schuine zonnestralen krijgt kouder? Gebruik: oppervlakte en weg door de dampkring

Slide 12 - Open question

Oppervlakte en weg door de dampkring

Slide 13 - Slide

Temperatuurzones = luchtstreken
Tropen
Poolstreken
Gematigde zone

Slide 14 - Drag question

Dit was 'em
Tot de volgende les!

Slide 15 - Slide