What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
16.4 Immuniteit, vaccinatie en allergische reacties 5V 2425
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.4 Immuniteit, vaccinatie en allergische reacties
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
This lesson contains
30 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.4 Immuniteit, vaccinatie en allergische reacties
Slide 1 - Slide
Vragen herhaling 16.3
(BINAS 84L2) Welke Antigeen Presenterende Cellen zijn nog meer mogelijk behalve een macrofaag?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vandaag 16.4
Leerdoel 8, 9 en 10 uit het boek
Slide 4 - Slide
Leerdoel 8
Je kunt de immuunrespons bij
immuniteit
beschrijven
Je kunt de verschillende vormen van immuniteit herkennen en de rol van
vaccinatie
uitleggen
Slide 5 - Slide
Verloop van een infectie
Na verloop van tijd is de infectie bestreden en moet de afweer-reactie ook weer worden stopgezet (deze kost veel energie).
Hiervoor zorgen T-suppressorcellen.
Deze remmen de B-cellen en daarmee de
vorming van antistoffen.
Slide 6 - Slide
Immuniteit
Je afweersysteem vormt
geheugencellen
die onthouden met welke ziekteverwekker je al eens in contact bent geweest.
Cellulaire
immuniteit: Th-geheugencellen en Tc-geheugencellen.
Humorale
immuniteit: B-geheugencellen.
Slide 7 - Slide
Immuniteit
Bij een hernieuwde infectie met dezelfde ziekteverwekker worden de Tc-cellen en B-cellen
sneller
actief en er worden
meer
antistoffen gemaakt.
Je wordt niet meer ziek: je bent
immuun
.
Slide 8 - Slide
Immuniteit
Slide 9 - Slide
Immunisatie
Actief vs passief
Actieve immunisatie: je afweersysteem heeft zelf de antistoffen aangemaakt.
Natuurlijk vs kunstmatig
kunstmatig wil zeggen toegediend/ ingespoten
Slide 10 - Slide
Waar hoort wat?
Slide 11 - Slide
Waar hoort wat?
Blootstelling aan ziekteverwekker/doorlopen van de ziekte
Vaccinatie
Via placenta
/moedermelk
Antiserum met antistoffen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Leerdoel 9
Je kunt de werking van
antibiotica
beschrijven en uitleggen wat
resistentie
is (leerdoel 9).
Slide 15 - Slide
Bacteriën bestrijden
Antibiotica
: medicijnen die zich specifiek richten op bacteriën.
Resistentie
: mutaties kunnen er voor zorgen dat bacteriën resistent worden. Bacteriën kunnen resistentie aan elkaar doorgeven via plasmiden.
Bacteriofagen
: virussen met bacterie als gastheer.
celwand
synthese
DNA-RNA
synthese
celmembraan
eiwit-synthese
wegpompen
stoffen die binding antibiotica voorkomen
aangrijpings-punt wijzigen
stoffen die antibiotica afbreken
EVOLUTIE
(foliumzuur synthese)
Slide 16 - Slide
Bacteriën bestrijden
Antibiotica
: medicijnen die zich specifiek richten op bacteriën.
Resistentie
: mutaties kunnen er voor zorgen dat bacteriën resistent worden.
Slide 17 - Slide
Bacteriën bestrijden
Bacteriofagen
: virussen met bacterie als gastheer.
Slide 18 - Slide
Leerdoel 10
Je kunt het verloop van een
allergische reactie
uitleggen
Slide 19 - Slide
Immunoglobulinen/antistoffen
BINAS
84K
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Allergie
Mest-cellen:
In de huid en de slijmvliezen.
Hebben receptoren voor IgE
antistoffen (gemaakt door B cellen)
Hebben blaasjes met histamine die
vrijkomt bij contact met een
ziekteverwekker (via de IgE antistoffen)
Slide 22 - Slide
Allergie
Histamine
is een
mediator
die een
ontstekingsreactie veroorzaakt:
meer slijm, verwijding bloedvaten.
Hierdoor kunnen macrofagen de
infectie beter bestrijden.
Slide 23 - Slide
Allergie
Een allergische reactie is als de mest-cellen onnodig reageren op een niet-schadelijke lichaamsvreemde stof.
Die stof heet dan
allergeen
.
Oorzaak: een
APC
heeft een onschuldige antigeen
onterecht
beoordeeld als ziekteverwekker en heeft de specifieke afweer aangezet.
Slide 24 - Slide
Allergie
Allergie ontstaat in twee stappen:
Eerste contact met allergeen: B-lymfocyten en plasmacellen maken
IgE molecuul
– deze hecht zich aan mestcellen
Volgend contact:
activatie
mest-cellen
Slide 25 - Slide
Medicijnen
Tegen bacteriën: penicilline of een ander antibioticum.
Antibiotica
doden bacteriën.
Bacteriën kunnen resistent worden tegen antibiotica (evolutie).
Nieuwe ontwikkeling: bacteriofagen.
Slide 26 - Slide
Antihistamine
Bindt aan de histamine receptoren
waardoor de cellen
niet meer reageren op het vrij-
komen van histamine.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Lesdoel 16.4 Je kunt
de respons bij
immuniteit
beschrijven
(Leerdoel 8).
de
verschillende vormen
van immuniteit herkennen en de
rol van vaccinatie
uitleggen (leerdoel 8).
de werking van
antibiotica
beschrijven en uitleggen wat
resistentie
is (leerdoel 9).
het verloop van een
allergische
reactie uitleggen (leerdoel 10)
Slide 29 - Slide
Huiswerk
Opdrachten 16.4
Leerdoel 8, 9, 10
Slide 30 - Slide
More lessons like this
16.3 dl2 + 16.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen kl
March 2024
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.3 dl2 + 21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen
June 2022
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen 6V 2122
September 2024
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.4 Immuniteit, vaccinatie en allergische reacties 6V 2324
December 2023
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen 6V 2223
March 2023
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen 6V 2223
November 2023
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
16.4 Immuniteit, vaccinatie en allergie
November 2024
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen 6V 2122
November 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6