betrouwbaar en valide

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

betrouwbaar en valide

Als je een onderzoek doet dan wil je dat het onderzoek betrouwbaar en valide is.

Wat betekenen betrouwbaar en valide?

Thema 5 Regeling

B6 Spieren en beweging

betrouwbaar

 Betrouwbaarheid gaat over  de manier van meten. 

Je wilt dat er zo min mogelijke toevallige fouten gemaakt worden bij het meten.

Als je het onderzoek herhaalt krijg je steeds ongeveer dezelfde meetwaarden die ook niet ver van elkaar af zullen liggen

betrouwbaar

Voorbeeld: een weegschaal

Als je op de weegschaal gaat staan en hij geeft steeds iets anders aan dan is de weegschaal niet betrouwbaar.

Als de weegschaal steeds ongeveer hetzelfde aangeeft dan is hij wel betrouwbaar.

Een goede meting is betrouwbaar.
Op de klok kijken is ...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

Met je liniaal 10 cm uitmeten is ...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

De hoogte van een toren schatten is ...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

Op je snelheidsmeter kijken hoe hard je gaat is ...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

De breedte van de straat bepalen door het aantal stappen te tellen is...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

want als een ander het herhaalt komt er iets anders uit

Je moeder laten voelen of je koorts hebt is ...

1. betrouwbaar
2. onbetrouwbaar

want als een andere moeder meet dan zegt zij iets anders

valide

Valide betekent dat je het verschijnsel meet, dat je wilt meten. 

Als er bijvoorbeeld constant een te hoge of te lage waarde wordt gemeten dan is je onderzoek niet valide.

Of als je eigenlijk iets anders meet dan je wilt meten.

valide

Voorbeeld: de weegschaal

Als je op de weegschaal gaat staan en hij geeft steeds 5 kilo teveel aan dan is de weegschaal niet valide.

Als de weegschaal precies aangeeft hoeveel je weegt dan zijn de metingen wel valide.

De rode stip is je precieze gewicht, de blauwe stipjes zijn metingen. Binnenste ring = tot 1 kg meer of minder, volgende ring = tot 2 kg meer of minder etc.

Betrouwbaar = meet steeds ongeveer hetzelfde, valide = meet wat je wilt meten.

voorbeeld 1

Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien. Dat is de onderzoeksvraag.

Zij vraagt op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum aan een aantal mensen of zij dit wel eens doen. 

Ze krijgt steeds hetzelfde antwoord: Nee hoor, dat doe ik niet!

Dit onderzoek is:

1. valide
2. niet valide

nu met betrouwbaarheid erbij

Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien. Dat is de onderzoeksvraag.

Zij vraagt op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum aan een aantal mensen of zij dit wel eens doen. 

Ze krijgt steeds hetzelfde antwoord: Nee hoor, dat doe ik niet!

Dit onderzoek is :

1. betrouwbaar en valide
2. betrouwbaar maar niet valide
3. niet valide en niet betrouwbaar
4. wel valide maar niet betrouwbaar

uitleg voorbeeld 1

Het onderzoek is wel betrouwbaar, want als zij het zou herhalen dan zou ze dezelfde uitkomst krijgen.

 Het onderzoek is niet valide, omdat het geen goed antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. (Hoe vaak gooien mensen rommel op straat?) De mensen hebben sociaal wenselijke antwoorden gegeven en dat zullen ze blijven doen.

voorbeeld 2

 Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld.

Dit onderzoek is :

1. betrouwbaar en valide
2. betrouwbaar maar niet valide
3. niet valide en niet betrouwbaar
4. wel valide maar niet betrouwbaar

uitleg voorbeeld 2

De thermometers zijn niet betrouwbaar en het ziekenhuis kan beter nieuwe thermometers kopen. 

De metingen zullen bij herhaling wel telkens rond een verwachte waarde bewegen (van twee graden onder de werkelijke temperatuur tot twee graden erboven), dus de metingen zijn wel valide.