What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Formuleren H2
Nederlands
Nodig: boek en schrift
1. Huiswerk nakijken (blz. 61 opdracht 4)
2. Uitleg formuleren.
Verwijzen naar
de-
en
het-
woorden
3. Opdrachten maken
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Nodig: boek en schrift
1. Huiswerk nakijken (blz. 61 opdracht 4)
2. Uitleg formuleren.
Verwijzen naar
de-
en
het-
woorden
3. Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is de betekenis van deze woorden?
Noteer in je schrift.
De bal
Het bal
De patroon
Het patroon
De portier
Het portier
timer
3:00
Slide 3 - Slide
Formuleren blz. 62
De- en het- woorden
De- woorden: mannelijk of vrouwelijk
Het- woorden: onzijdig
Verkleinwoorden altijd onzijdig!
Woordgeslacht opzoeken in een (online) woordenboek
vandale.nl
woordenlijst.org
Slide 4 - Slide
Verwijzen
Mannelijk of vrouwelijk (
d
e-woorden)
D
eze of
d
ie
De buurman - die buurman - deze buurman
Onzijdig (he
t
- woorden)
Di
t
of da
t
Het meisje - dit meisje - dat meisje
Slide 5 - Slide
Video- uitleg
H2
Formuleren
zelf kijken met oordopjes
Slide 6 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 blz. 62 en 63 = huiswerk
Klaar?
* opdracht 4
* opdracht 5
* beginnen met spelling blz. 64 + 65: startopdracht, 1 tm 4 en 6
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Formuleren
blz. 62 en 63
de- en het- woorden
Slide 11 - Slide
Formuleren afronden
Nodig:
Boek, schrift, LessonUp
Wat gaan we doen?
1. huiswerk nakijken
2. verder oefenen in LessonUp
3. Starten met spelling (startopdracht)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor mensen, dieren, dingen of ideeën.
Je kunt er 'de', 'het' of 'een' voor zetten
.
Je hebt dit nodig om te weten met welk woord je gaat verwijzen.
De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk.
Het-woorden zijn onzijdig.
Slide 14 - Slide
Die
hond leest
dat
tijdschrift in
deze
rode stoel.
De woorden
die, deze,
dit en dat
gebruiken we om te
verwijzen
naar iets specifieks.
Slide 15 - Slide
de
het
hier
deze
dit
daar
die
dat
Deze verwijswoorden gebruik je ook als je terugwijst naar woorden.
bijv. het meisje ........... daar loopt.
dat
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
................ potlood hier op tafel is van mij.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 18 - Quiz
................ potlood daar is van jou.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 19 - Quiz
Heb je ........... film van Tom Cruise gezien?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 20 - Quiz
Ik vind ........... oefening makkelijk.
De vorige was moeilijker.
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 21 - Quiz
Maak een zin waarin je het woord 'deze' gebruikt om ergens naar te verwijzen.
Slide 22 - Open question
Maak een zin waarin je het woord 'die' gebruikt om ergens naar te verwijzen.
Slide 23 - Open question
Maak een zin waarin je het woord 'dit' gebruikt om ergens naar te verwijzen.
Slide 24 - Open question
Maak een zin waarin je het woord 'dat' gebruikt om ergens naar te verwijzen.
Slide 25 - Open question
Vragen?
Zo niet:
blz. 64 spelling startopdracht in tweetallen
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Formuleren H2
November 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling H1 en Formuleren H2 (verklein- en verwijswoorden)
November 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HA1: formuleren: verwijswoorden
March 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren par. 3 verwijzen met deze, die, dit, dat
June 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
Verwijswoorden
February 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren H2, HV1 - les 1
January 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H2
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1