This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Het interbellum
Les 3: Duitsland van democratie naar dictatuur
Slide 1 - Slide
De leerdoelen
1. Je kunt beschrijven welke politieke problemen ontstonden in Duitsland.
2. Je kunt beschrijven welke economische problemen ontstonden.
3. Je kunt beschrijven hoe Hitler aan de macht kwam.
4. Je kunt beschrijven hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.
Slide 2 - Slide
We gaan terug naar de tijd vlak na WOI....
Slide 3 - Slide
Wat weet je al over Adolf Hitler?
Slide 4 - Mind map
Van keizerrijk naar republiek
De Duitse keizer Wilhelm II was aan het einde van de Eerste wereldoorlog naar Nederland gevlucht. Duitsland werd een parlementaire democratie
(Republiek van Weimar).
Slide 5 - Slide
De Dolkstootlegende
Er was weinig vertrouwen bij het
Duitse volk. Veel mensen gaven
de regering de schuld van het
verlies van WOI en de slechte
vredesvoorwaarden. Anti-
democratische generaals en politici
beweerden dat de regering hierachter zat...
Slide 6 - Slide
Bezetting van het Ruhrgebied
Het vertrouwen nam nog verder af. Het ging slecht met de economie. Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer aflossen. Vervolgens bezette Frankrijk in 1922 het Ruhrgebied.
Slide 7 - Slide
(Hyper)inflatie
De Duitse regering riep de arbeiders in het Ruhrgebied op om te gaan staken en drukte heel veel geld bij om de lonen te betalen. Het geld waardoor daardoor waardeloos: enorme inflatie!
Slide 8 - Slide
Het Dawesplan
Er moest iets gebeuren. De V.S. kwamen met het Dawesplan (o.a. leningen). De economie kwam weer op gang, de welvaart nam toe en Duitsland mocht lid worden van de Volkenbond.
---->
Charles Dawes
Slide 9 - Slide
De Beurskrach (Wallstreet)
Alles leek de goede kant op te gaan, totdat op 24 oktober 1929 de Amerikaanse aandelenbeurs instortte. Er ontstond een wereldwijde crisis en Duitsland werd opnieuw zwaar getroffen...
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wanhopige Duitsers
De Duitse bevolking was het vertrouwen in de politiek, de regering, democratie en economie volledig kwijt. Veel mensen hoopten dat een sterke leider het land kon redden...
Slide 12 - Slide
Mislukte staatsgreep
Adolf Hitler had in 1923 (tijd van de hyperinflatie) al een mislukte staatsgreep gepleegd om aan de macht te komen. Hij kwam in de gevangenis en schreef daar zijn boek Mein Kampf.
Slide 13 - Slide
De NSDAP
Hitler was de leider van de NSDAP (nazi's). Zij wilden dat Hitler als sterke leider (Führer) de macht overnam. Het partijleger (de SA: Sturmabteilung) gebruikte geweld tegen mensen op straat.
Slide 14 - Slide
De rassenleer
De nazi's geloofden in superieure (meerderwaardige, Übermensch) en inferieure (minderwaardige, Untermensch) rassen. Het Arische ras zou over de anderen moeten heersen.
Slide 15 - Slide
Hitler wint!
Steeds meer Duitsers steunden Hitler. Door de economische crisis werd bij verschillende verkiezingen de NSDAP telkens groter. In januari 1933 kwam Hitler democratisch aan de macht!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Einde democratie
Na de Rijksdagbrand in 1933 wist Hitler alle macht snel naar zich toe te trekken en schafte hij de democratie af. Iedereen moest luisteren naar de Führer (Führerprincipe)...
--->
De Nederlandse communist
Marinus van der Lubbe
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Gelijkschakeling
Iedereen moest zich aanpassen aan de ideeën van Hitler. Alle organisaties kwamen o.l.v. de nazi's. Met censuur en propaganda werden de mensen geïndoctrineerd.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
De HJ en de BDM
Op school moest les gegeven worden in de nazileer. Maar daarnaast moesten alle jongens lid worden van de Hitlerjugend (HJ) en alle meisjes van de Bund Deutscher Madel (BDM).
Slide 22 - Slide
Tegenstanders uitgeschakeld
Iedereen die zich verzette, werd uitgeschakeld en kwam bv. in een concentratiekamp terecht. De Gestapo (Geheime Staatspolitie) werd ingezet (onderdeel SS: Schutzstaffel).
Slide 23 - Slide
Duitsland weer sterker
Duitsland moest weer een sterk land worden. Het Verdrag van Versailles werd overtreden. Hitler begon met herbewapening, voerde de dienstplicht in en liet snelwegen aanleggen.