Fictieopdracht les 1

Trede 10
Fictieopdracht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Trede 10
Fictieopdracht

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Donderdag 14 oktober 2021
  • Lezen
  • Fictie
  • Beoordelingswoorden
  • Eindopdracht 

Aan het einde van de les kan jij een beoordelingswoord met een goed argument geven.

Slide 3 - Slide

Ik vind lezen leuk.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 4 - Poll

Fictie is...
A
... een waargebeurd verhaal.
B
... een verzonnen verhaal.
C
... pure tijdsverspilling.

Slide 5 - Quiz

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 6 - Drag question

Wat is het belang van verhalen lezen?

Slide 7 - Mind map

Zoek online naar beoordelingswoorden.
Zoek ook minimaal 5 voorbeelden.
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Welke 5 voorbeelden heb jij gevonden?

Slide 9 - Mind map

Welk woord is geen beoordelingswoord?
A
Gaaf
B
Zenuwslopend
C
Gevaarlijk
D
Oninteressant

Slide 10 - Quiz

Welk woord is geen beoordelingswoord?
A
Klevend
B
Vermoeiend
C
Intrigerend
D
Vaag

Slide 11 - Quiz

Een argument kan je het beste geven met behulp van de AUB-methode.

Het stappenplan ziet er dan zo uit:
  1. Beoordelingswoord
  2. A = Argument 
  3. U = Uitleg
  4. B = Bijvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Een voorbeeld
  1. Ik vind dit gedicht ontroerend.
  2. Door dit gedicht realiseer ik mij dat geluk iets heel kleins is (A).
  3. Af en toe heb ik dit besef nodig om het in mijn eigen leven toe te passen (U).
  4. In het gedicht staat bijvoorbeeld de zin: geluk dat is geen zeppelin, 't is hooguit een ballonnetje. Hieraan zie je hoe klein het is. 

Slide 13 - Slide

Geef een beoordelingswoord bij het gedicht en beargumenteer met behulp van de AUB-methode.

Slide 14 - Open question

Zoek zelf een gedicht.
  • Geef een beoordelingswoord.
  • Pas de AUB-methode toe.

Slide 15 - Slide

De eindopdracht

Slide 16 - Slide

Ik beheers de stof...
...nog niet.
...redelijk. Nog even oefenen.
...goed. Ik snap alles.
...keigoed. Ik kan de AUB-methode toepassen.

Slide 17 - Poll