220318 astma,COPD en jicht

17-03-22
COPD en Jicht
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

17-03-22
COPD en Jicht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

  • Je weet wat de verschillen en overeenkomsten tussen astma en  COPD is en hoe COPD behandeld kan worden 
  • Je weet hoe jicht ontstaat 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Venn diagram 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort specifiek bij Astma?

Slide 5 - Mind map

Erfelijke aanleg
Meestal jonge leeftijd
Periodiek
Dikwijls aanwezig
Meestal aanwezig
Overwegend gunstig, al dan niet met onderhoudsmedicatie
Overwegend normaal
Vrijwel normaal bij optimale behandeling
Meestal seizoensgebonden
ICS grote rol

Wat hoort specifiek bij COPD?

Slide 6 - Mind map

Roken
>40 jaar
Chronisch
Meestal afwezig
Afwezig
Chronische en geleidelijk verergerend
Verminderd
Verminderd, ook bij optimale behandeling
Meestal in de winter
Niet-medicamenteus = Stoppen met roken
ICS kleine tot geen rol

Wat hoort bij astma en COPD?

Slide 7 - Mind map

Zelfde gnm
inhalatiegnm
longaandoening
benauwdheid
productieve hoest 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan NHG 2020
SABA = shart acting Beta-agonist 
LABA= Long acting Beta-agonist 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1:
Wat is de belangrijkste oorzaak van COPD?

Slide 12 - Open question

Roken 
Vraag 2:
Waarom neemt het aantal vrouwen met COPD de laatste jaren toe, maar blijft het aantal mannen ongeveer gelijk?

Slide 13 - Open question

Het aantal vrouwen dat rookt, is in de loop van de tijd meer toegenomen. Het aantal rokers bij mannen bleef ongeveer gelijk.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 3:
Wat is het verschil tussen gezonde longen en de longen van een patiënt met chronische bronchitis?

Slide 16 - Open question

Bij chronische bronchitis zijn de bronchiën, de vertakkingen van de luchtpijp, chronisch ontstoken. Ze zijn als het ware de hele tijd geïrriteerd. Daardoor produceren de slijmvliezen meer slijm dan normaal, met benauwdheid en hoesten als gevolg. Met het hoesten kan slijm mee komen. Ook maken de voortdurende ontstekingen het slijmvlies steeds dikker, wat de doorstroming van lucht moeilijker maakt. Dit leidt tot ademhalingsproblemen. In het begin van de ziekte zijn de klachten meestal mild, maar vaak worden ze in de loop van de jaren steeds erger. 
Vraag 4:
Wat is het verschil tussen gezonde longen en de longen van een patiënt met longemfyseem?

Slide 17 - Open question

Longemfyseem is een vorm van COPD, namelijk een chronische ziekte die ervoor zorgt dat de longblaasjes verloren gaan. Omdat deze longblaasjes kapot gaan, komen deze in verbinding met elkaar te staan. Dit zorgt er vervolgens weer voor dat je grote blazen krijgt die met lucht gevuld worden. Hier ligt dan ook direct de ernst van de ziekte, want des te meer er beschadigd of kapot zijn, des te slechter het wordt. Des te meer er beschadigd raken, van deze longblaasjes, des te minder zuurstof de long op kan nemen. Hierdoor kunnen patiënten in het ernstige geval aan longemfyseem overlijden.
Vraag 5:
Waarom worden chronische bronchitis en longemfyseem samen als één aandoening (COPD) gezien?

A
Chron bronchitis en emfyseem is hetzelfde
B
Beide geven dezelfde klachten
C
Emfyseem gaat over in chron bronchitis
D
Chron bronchitis gaat over in emfyseem

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 6:
Wat zijn de belangrijkste klachten van een COPD-patiënt?

Slide 19 - Mind map

De eerste klachten van COPD ontstaan vaak pas na het veertigste levensjaar.
∙ U krijgt last van hoesten en opgeven van slijm.
∙ Ademen geeft een piepend en brommend geluid.
∙ U wordt sneller kortademig en moe, vooral bij inspanning zoals traplopen. ∙ Verkoudheid, griep en longontsteking geven extra veel klachten en gaan minder snel over.
∙ Bij (ernstige) COPD kan uw conditie snel achteruit gaat. U valt dan af, uw spieren worden slapper en dunner en kleine stukjes lopen wordt dan erg vermoeiend.
Het kan zijn dat klachten als benauwdheid, hoesten en slijm opgeven onder bepaalde omstandigheden opeens veel erger worden:
∙ bij verkoudheid, griep en andere luchtweginfecties (bij griep kunt u ernstig ziek worden);
∙ in prikkelende lucht zoals rook;
∙ bij lichamelijke inspanning.
Het is overigens niet altijd duidelijk waarom de klachten toenemen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vraag 7:
Welke drie leefregels moet een COPD-patiënt zeker volgen? (eigenlijk zijn het er 4)

Slide 21 - Open question

Stoppen met roken
Stoppen met roken is het belangrijkst, in elk stadium van COPD. De chronische ontsteking van uw longen zal dan verminderen. U voorkomt zo nog ergere beschadiging. U merkt niet meteen verbetering. Het kan enkele maanden duren voordat u minder gaat hoesten en minder slijm opgeeft. Verkoudheden en luchtweginfecties zullen dan ook minder klachten geven. Hierdoor verslechtert de conditie van uw longen minder gauw.
Voldoende bewegen
Bewegen is heel belangrijk voor mensen met COPD.
∙ Beweeg minimaal een half uur per dag. Ga bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen. Stofzuigen, tuinieren of traplopen tellen ook mee.
∙ Wordt u van de inspanning kortademig? Laat u niet tegenhouden, blijf voorzichtig door oefenen. Uw conditie zal altijd verbeteren.
∙ Als de inspanning u erg veel moeite kost, kan de fysio- of oefentherapeut (Cesar of Mensendieck) u adviezen geven. U krijgt bijvoorbeeld bepaalde ademhalingsoefeningen. Die helpen het gevoel van kortademigheid te verminderen.
Gezond eten
Zorg ervoor dat u gezond eet.
∙ Als u mager bent of wordt, moet u opletten dat u gedurende de dag genoeg eet. Neem minstens drie keer per dag een gezonde maaltijd. Op de
huisartsenpraktijk kunt u bespreken wat u het beste kunt doen om aan te sterken of een gezond gewicht te houden. Een diëtiste kan u er goed mee helpen.
∙ Bij overgewicht is het belangrijk om gezond te eten en meer te bewegen. Met een gezond gewicht voelt u zich fitter en heeft u meer energie. Dat kan enorm schelen bij kortademigheid.
Uitlokkende prikkels vermijden
Vermijd prikkels die u benauwd maken, zoals verf-, bak- en braadlucht. Daarom is goede ventilatie van uw woon-, slaap- en werkruimte belangrijk. Zorg ook voor een goede afzuiginstallatie in de keuken of zet het raam open tijdens het koken. Soms kan het helpen van werk of hobby te veranderen om bepaalde prikkels te vermijden.

Je kan de luchtwegen verwijden door het azs te beinvloeden. Met welke groepen kan dit?
A
Sympaticomimetica
B
Sympaticolytica
C
Parasympaticomimetica
D
Parasympaticolytica

Slide 22 - Quiz

NB
Vraag 8:
Bij de behandeling van COPD worden sympathicomimetica gebruikt. Waarom helpen deze middelen bij COPD?
Stimuleren de adrenerge receptoren op de bronchiën. Deze worden hierdoor wijder.
Vraag 10:
Bij de behandeling van COPD worden parasympaticolytca gebruikt. Waarom helpen deze middelen bij COPD?
Door blokkade van de cholinerge receptoren op de bronchiën wordt de benauwdheid bestreden.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vraag 9:
Mensen met COPD gebruiken vaak een langwerkend en een kortwerkend sympathicomimeticum naast elkaar. Waarom is dat?

Slide 25 - Open question

Langwerkende sympathicomimetica om benauwdheid chronisch te verminderen. Kortwerkende sympathicomimetica extra in noodsituaties.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vraag 11:
Bij een aantal patiënten helpt het middel acetylcysteïne. Wat doet dit middel?


Vraag 12:
Een deel van de COPD-patiënten gebruikt dagelijks doxycycline. Waarom wordt dat middel gebruikt?

Slide 29 - Slide

11.Verdunt het slijm, waardoor het makkelijker is op te hoesten. 

12. Het infectie risico neemt toe. Doxycycline is een antibioticum die infecties bestrijdt en in dit geval voorkomt. 
Tekst
= antw Vraag 14 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Vraag 13:
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van theofylline?

Slide 31 - Open question

De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, buikpijn, buikkrampen en anorexie.

Zelden overgevoeligheidsreacties.

Verder zijn gemeld diarree, hoofdpijn, agitatie, tremor, rusteloosheid, slapeloosheid, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, verlaagde bloeddruk, hyperglykemie, hyperurikemie, hyperkaliëmie, polyurie, stijging van de calciumconcentratie en van de creatinineconcentratie en elektrolytstoornissen.

Kinderen zijn gevoeliger voor centrale bijwerkingen dan volwassenen, vooral in geval van dehydratie, zoals bij braken, diarree en verhoogde diurese.

Reflux-oesofagitis kan optreden of verergeren, omdat theofylline door daling van de sfincterdruk van de oesofagus kan leiden tot reflux van de maaginhoud. Tevens heeft theofylline een etsende werking op het slokdarmslijmvlies en kan het de secretie van maagzuur en pepsine verhogen

Vraag 15:
Als iemand die rookt theofylline gebruikt, dan moet deze patiënt het aan de arts / apotheek melden wanneer her roken wordt gestopt. Waarom?

Slide 32 - Open question

Roken versnelt de afbraak van theofylline. De arts heeft hiermee rekening gehouden. Stopt men met roken dan neemt het risico van een theofylline intoxicatie toe. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vraag 16:
Waarom krijgt een patiënt met ernstig COPD drinkvoeding voorgeschreven?

Slide 34 - Open question

Door de sterke benauwdheid is het eten/kauwen van normaal voedsel niet meer mogelijk. En het ademen kost veel energie bij een COPD patient.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vraag 17:
Waarom krijgt iemand met ernstige COPD een elektronische vernevelaar en geen ‘normale’ inhalator, zoals een Diskus of een aerosol?

Slide 36 - Open question

Bij ernstige COPD is er onvoldoende inhalatiekracht.
Lesdoel
  • Je kennis over het autonoom zenuwstelsel en de bijbehorende gnm is opgehaald 
  • Je weet wat astma is en hoe dit behandeld kan worden 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Jicht 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

  • Je weet wat de verschillen en overeenkomsten tussen astma en  COPD is en hoe COPD behandeld kan worden 
  • Je weet hoe jicht ontstaat 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Heb je het lesdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht Jicht

Slide 42 - Slide

This item has no instructions