1e jaars: week 4 periode 3/4 astma, copd en geneesmiddelen bij astma/copd

 medicatie
Medicatie toedienen via inhalatie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
farmacotherapieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

 medicatie
Medicatie toedienen via inhalatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
•Wat de meest voorkomende aandoeningen van de bovenste en onderste luchtwegen zijn
•Wat de werking en toepassing is van de verschillende geneesmiddelgroepen die bij luchtwegaandoeningen worden gebruikt
•Welke patiënteninstructies van belang zijn bij geneesmiddelen bij luchtwegaandoeningen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
•Wat veel gebruikte middelen bij allergische klachten zijn.
•De bijzonderheden ten aanzien van gebruik van medicijnen bij allergie
•Welke middelen je kunt adviseren voor zelfzorg bij hooikoortsklachten
- Wat je kan adviseren zonder recept bij stoppen met roken
- Wat je kan adviseren zonder recept bij griep, verkoudheid en hoest
- Wanneer je dextromethorfan kan adviseren in de apotheek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Test je voorkennis
https://create.kahoot.it/details/9cf173e8-0ee9-484c-9c4e-44c0e1eebdcb

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Astma en COPD zijn hetzelfde
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke astma hoort er niet bij
A
allergische astma
B
niet-allergische astma
C
inspannignsastma
D
zwangerschapsastma

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken Astma
- Allergisch astma, niet- allergisch astma, inspanningsastma en ernstig astma.
- Benauwdheidsaanvallen heten astma bronciale; plotselinge contractie van de bronchusspiertjes.
- Gevolg: benauwdheid met piepende ademhaling en hoesten.
- Oorzaken: afhankelijk van de soort astma, voorbeelden; huisdieren, huisstofmijt, voedingsmiddelen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken COPD
*COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease
*Is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem
*Chronische bronchitis: Ontsteking van de grotere luchtwegen
Longemfyseem: Sterkere uitrekking van de long ten opzichte van een normale long.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. Maak een overzicht met de belangrijkste verschillen tussen astma en COPD
2. Neem hierbij de volgende punten mee: leeftijd, oorzaak, klachten, behandeling, longfunctie en verloop
timer
10:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Medicatie bij astma en COPD

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke geneesmiddel
groepen worden ingezet bij
astma/copd

Slide 11 - Mind map

Astma: corticosteroïden ( saba)
vernevelstof/ inhalatie: Salbutamol, Flixotide/ cromoglicinezuur


 
Met welke groepen geneesmiddelen wordt de behandeling van astma ingezet?
A
betasymphaticomimetica
B
inhalatiecorticosteroiden
C
langwerkende luchtwegverwijders
D
parasymphaticolytica

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Met welke groepen geneesmiddelen wordt de behandeling van COPD ingezet?
A
betasymphaticomimetica
B
inhalatiecorticosteroiden
C
langwerkende luchtwegverwijders
D
parasymphaticolytica

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Geneesmiddelgroepen
beta-2 symphaticomimetica
  • SABA: Short acting beta agonist
  • LAMA: Long acting beta agonist
parasymphaticolitica
  • SAMA: Short acting muscarinic antagonist
  • LAMA: long acting muscarinic antagonist
Inhalatiecorticosteroiden: ICS

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Beta-2 Sympathicomimetica 
Luchtwegverwijders; stimuleren beta-2 receptoren in sympathisch zenuwstelstel van de luchtwegen --> ontspanning gladde spiercellen in de bronchiën
Liefst inhalatie:
  • Poederinhalator, capsules voor inhalatie
  • Dosis-aerosol
  • Ook mogelijk: tabletten (drank)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

SABA
LABA
Kortwerkend
langwerkend
Salbutamol (Ventolin)
terbutaline (bricanyl)
formoterol (atimos)
salmeterol (serevent)
indacateril (onbreeze)
gebruiken als je benauwd bent
Voorkomen van benauwdheid

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

SAMA
LAMA
Kortwerkend
langwerkend
Ipratropium (atrovent)
terbutaline (bricanyl)
tiotropium (spiriva)
aclidinium (eklira)
glycopyrronium (seebri)

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Corticosteroïden
Luchtwegbeschermers
effect na 1-2 weken. voor langere tijd.
verminderen van de ontsteking
Onderhoudsbehandeling (inhalatie)
Kortdurend stootbehandeling (oraal)
Bijwerking:
  • Irritatie keel en stembanden (schimmelinfectie), heesheid
  • Meer kans op virusinfecties
  • Bij oraal gebruik: onderdrukking bijnierschors
  • Oraal: maagklachten
  • Oraal: botontkalking

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Corticosteroïden inhalatie
Beclomethason (Qvar®)
Fluticason (Flixotide®)
Ciclsonide (Alvesco®)
Budesonide (Pulmicort®)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Combinatiepreparaten 
LABA met ICS:
  • formoterol / budesonide (Symbicort®, DuoResp®)
  • formoterol / beclometason (Foster®)
  • salmeterol / fluticason (Flutiform®)
  • salmeterol / fluticason (Seretide®)
LABA met SAMA
  • fenoterol / ipratropium (Berodual®)
SABA met SAMA
  • salbutamol / ipratropium (Combivent®, Ipramol®)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Theofyline
  • acute astma aanval bij kinderen
  • Werking in spiercel
  • Glad bronchusspiercelweefsel wordt verslapt
  • Ook effect op CZS (bijwerkingen!)
  • Oraal of parenteraal
  • Opname is wisselend
  • Retard-preparaten niet geschikt bij acute benauwdheid
  • Smalle therapeutische breedte
  • Bloedspiegelbepaling noodzakelijk


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Theofylline
  • theolair retard
  •  Theolair ontspant de spieren in de wand van de longen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afleverinformatie
  • uitleg gebruik inhalatoren. LAN protocollen/apotheek.nl
  • patiënt zelf ook voor laten doen
  •  zoveel mogelijk zelfde type inhalator afleveren
  • denk aan inhalatievolgorde (combinatie ics+luchtwegverwijder)
  • denk aan voorzetkamer bij aerosol (1 keer per week schoonmaken)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Type inhalatoren

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

autohaler

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij inhalatie
Poeder:
  • voldoende inhalatiekracht
  • adem 10 sec inhouden
  • klaarmaken van de poederinhalator

Aerosol
  • schudden voor gebruik
  • 3 sprays in de lucht
  • puffer indrukken terwijl je inademt (alleen indien zonder voortzetkamer)

Slide 30 - Slide

schudden bij aerosol is belangrijk zodat deeltjes zich goed mengen met het drijfgas
3 pufjes in de lucht spuiten:
activeren van de inhalator Dit is nodig om al het drijfgas weg te
spuiten, zodat er voldoende medicijn vrij komt.
Opdracht
1.Noteer van elk geneesmiddel de geneesmiddelgroep,specialite werking, bijwerkingen en noem de belangrijkste afleveradviezen, eventuele interacties/contraindicaties
2. geneesmiddelen:
salbutamol, formoterol, salmeterol, ipratropium, tiotropium, Glycopyrronium, beclomethason, fluticason, 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
LABA met ICS:
  • formoterol / budesonide (Symbicort®, DuoResp®)
  • formoterol / beclometason (Foster®)
  • salmeterol / fluticason (Flutiform®)
  • salmeterol / fluticason (Seretide®)
LAMA met LABA
  • aclidinium / formoterol (Duaklir®) Genuair®
  • glycopyrronium / indacterol (Ultibro®) Breezhaler®
  • tiotropium / olodaterol (Spiolto®) Respimat®
umeclidinium / vilanterol (Anoro®) Ellipta®

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

allergische rhinitis
astma
verkoudheid
griep
copd
betasymphaticomimetica
parasymphaticolityca
inhalatie
cortico
steroiden
nasaal corticosteroiden
antihistaminica
histamineafgifteremmende stoffen
zoutdruppels
xylomethazoline
langwerkende luchtwegverwijders

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Wat hebben jullie onthouden?
https://create.kahoot.it/share/inhalatie-medicatie/5ade7fab-62b0-4f80-aca6-091637a40688

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie onthouden?
https://create.kahoot.it/details/9cf173e8-0ee9-484c-9c4e-44c0e1eebdcb

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Meneer Zwart gebruikt al een tijdje Ventolin ®. Zijn huisarts is op vakantie en omdat zijn klachten toenamen, is hij naar de vervangende huisarts gegaan. Deze huisarts heeft Pulmicort® erbij gedaan. Met de Ventolin moet hij gewoon door gaan. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
  • Hij wil graag weten waarvoor Pulmicort is.
  • Tot welke geneesmiddelengroep behoort Pulmicort?
  • Wat is het generiek van Pulmicort?
  • Geef aan wat de werking is van Pulmicort.
  • Ook heeft hij nog de volgende vragen voor je. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
1. Wat zijn de bijwerkingen van deze geneesmiddelen?
2. Tot welke groep van geneesmiddelen behoort Ventolin?
3. Wat is de werking van Ventolin?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Casus 1

4. Kan hij Ventolin niet in een andere inhalator krijgen? Zo een die hij nu heeft vindt hij niet echt handig.Leg het verschil uit tussen het gebruik van een aerosol en een vaste stof inhalator.
5. Wanneer ik een aerosol gebruik, wat heb ik dan nodig voor een efficiënt gebruik?
6. Welk geneesmiddel moet ik het eerst gebruiken, Pulmicort of Ventolin?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions