Thema 13.3 Immuniteit

13.3 Immuniteit
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

13.3 Immuniteit

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.

Slide 2 - Slide

Antigenen
Antigenen zijn eiwitten in het celmembraan.
Elke persoon heeft zijn eigen antigenen. Voor een ander zijn deze antigenen lichaamsvreemd.

Ieders immuunsysteem leert welke antigenen lichaamseigen zijn 
en daarom niet mogen worden aangevallen. 

Het immuunsysteem valt lichaamsvreemde antigenen aan.

Bij een auto-immuunziekte valt je immuunsysteem je eigen cellen aan.

Slide 3 - Slide

Koepokken
Mild verloop
zeer weinig sterfte

Immuniteit tegen koepokken en pokken
Vraag
Hoe kan het dat mensen na koepokken ook immuun zijn voor pokken?

Slide 4 - Slide

Pokken
Uiterst besmettelijk virus

Huid kapot

18e-eeuwse Europa jaarlijks 400.000 dodelijke slachtoffers

Sinds de tweede helft van de jaren zeventig is de ziekte door een uitgebreide wereldwijde vaccinatiecampagne niet meer voorgekomen. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Edward Jenner: eerste vaccinatie
Ik geef de buurjongen expres koepokken
en daarna expres pokken

Slide 7 - Slide

Infectie met lichaamsvreemde antigenen
Incubatietijd
De tijd tussen binnendringen van ziekteverwekker en het ontstaan van ziekteverschijnselen 

Primaire reactie
De vorming van antistof na het eerste contact. 
(Er zullen geheugencellen worden gevormd.)

Secundaire reactie
Geheugencellen vormen snel antistoffen, na opnieuw contact met dít specifieke antigeen -->  
Je wordt niet meer ziek --> dus je bent immuun.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Natuurlijke immuniteit

Immuniteit die wordt verkregen als reactie op het binnendringen van een ziekteverwekker

bv. waterpokken

Slide 10 - Slide

Natuurlijke passieve immuniteit
Baby krijgt via moedermelk de antistoffen 

Je witte bloedcellen maken 
zelf geen antistoffen (passief)
Passieve immunisatie

Slide 11 - Slide

Immuniteit
Deze vorm van immuniteit heet natuurlijke, actieve immuniteit.

Natuurlijk: de immuniteit is ontstaan doordat je de infectie een keer hebt doorgemaakt.
Actief: het immuun systeem heeft zelf antistoffen gemaakt.

Slide 12 - Slide

Vaccinatie
Door dode of verzwakte (delen van) ziekteverwekkers in te spuiten kun je óók de specifieke afweer activeren en geheugencellen laten vormen. Een persoon is daarna immuun en kan de infectie niet meer krijgen.

Deze vorm heet actieve, kunstmatige immuniteit.

Kunstmatig: je de antigenen kunstmatig verkregen.
Actief: je lichaam heeft zelf de antistoffen gemaakt.

Slide 13 - Slide

Kunstmatige immuniteit

Wordt verkregen door opzettelijke blootstelling aan een antigeen. 

Dat heet immunisatie. 

Slide 14 - Slide

Actieve immunisatie
Wanneer iemand door vaccinatie immuun wordt voor een ziekte.

Het afweer reageert actief op de ziekteverwekker en zorgt voor de aanmaak van geheugencellen.

Slide 15 - Slide

Passieve immunisatie
Worden antistoffen ingespoten, bijvoorbeeld als je wordt gebeten door een gifslang of giftige spin. 

Het lichaam maakt geen antistoffen of geheugencellen aan. Passieve immunisatie geeft slechts kortdurende bescherming.

Slide 16 - Slide

Antiserum
Door een (verzwakte/ dode) ziekteverwekker in te spuiten bij een dier en daarna het bloedplasma te isoleren (antiserum) kun je antistoffen isoleren tegen een bepaalde ziekteverwekker en deze inspuiten bij een patiënt. 

Dit heet kunstmatige, passieve immuniteit.

Kunstmatig: je hebt de immuniteit kunstmatig verkregen.
Passief: je lichaam heeft niet zelf de antistoffen gemaakt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Kees heeft geen antistoffen tegen het coronavirus in zijn bloed. Kan hij Covid-19 gehad hebben?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Hanna is gebeten door een hond met rabiës (virus). Geen goed medicijn & dodelijk. Hoe kunnen we haar helpen?
A
Injectie met verzwakt rabiës
B
Injectie met antistoffen tegen rabiës
C
Moedermelk met rabiës laten drinken
D
Moedermelk met antistoffen tegen rabiës laten drinken

Slide 24 - Quiz

Wat hoort bij de cellulaire immuniteit?
A
Ziekteverwekkers bestrijden d.m.v. antistoffen
B
B-geheugencellen
C
IC verdwijnen d.m.v. Tc-cellen
D
Th-cellen activeren B-lymfocyten

Slide 25 - Quiz

Wat is of zijn de reden(en) dat je zo vaak verkouden wordt?
A
je kan geen antistoffen maken tegen het verkoudheidsvirus
B
het verkoudheidsvirus verandert snel
C
er zijn heel veel verschillende verkoudheidvirussen
D
je bent niet ingeënt tegen verkoudheidsvirussen

Slide 26 - Quiz

Waarom moeten mensen elk jaar opnieuw gevaccineerd worden tegen de griep?
A
Het vaccin is na een jaar uitgewerkt.
B
Alle antistoffen zijn na een jaar afgebroken.
C
De geheugencellen raken uitgewerkt.
D
Het griepvirus verandert steeds van vorm.

Slide 27 - Quiz

Antistoffen zijn eiwitten. Waarom niet volwassenen antistofoplossing laten drinken ipv injecteren?

Slide 28 - Open question

Is het inspuiten van antistoffen uit paardenbloed voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?

A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk

Slide 29 - Quiz

Resistent: Planten die tegen een een onkruidverdelger kunnen, bacteriën die tegen antibioticum kunnen.
Waarom mag je deze organismen niet immuun noemen?

Slide 30 - Open question

Leg uit wat de reden is dat mensen maar eenmaal antistoffen uit paardenbloed kan krijgen.


Bij een tweede toediening kan een heftige reactie optreden, omdat je lichaam geheugencellen heeft aangemaakt tegen de antistoffen uit paardenbloed. Dan moet het antiserum uit een ander dier komen.



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Bacteriofagen
Virussen die specifieke bacteriën als gastheer gebruiken om te vermeerderen, waarna de bacterie dood gaat. 

Mogelijke vervanger van antibiotica in de toekomst, nu nog te weinig onderzoek.

Slide 33 - Slide

NATUURLIJKE immuniteit
door
actieve immunisatie

Je eigen witte bloedcellen zijn actief

Je wordt ziek 
--> 
Immuunsysteem wordt geactiveerd
Ziekteverwekker onschadelijk gemaakt.
Geheugencellen blijven achter
Je bent immuun!

 
KUNSTMATIGE immuniteit 
door
actieve immunisatie

Je eigen witte bloedcellen zijn actief

Je wordt ingeent (beetje last)
--> 
Immuunsysteem wordt geactiveerd
Ziekteverwekker onschadelijk gemaakt.
Geheugencellen blijven achter
Je bent immuun!

Slide 34 - Slide

Moeder op kind
Vóór de geboorte geeft de moeder via de placenta antistoffen aan haar ongeboren kind. Het kind wordt dus geboren met antistoffen en is dus (tijdelijk!) immuun. 

Deze vorm van immuniteit heet natuurlijke, passieve immuniteit.

Natuurlijk: de antistoffen zijn op een natuurlijke manier in het lichaam gekomen.
Passief: het kind heeft de antistoffen niet zelf gemaakt.

Slide 35 - Slide

allergie
Bij een allergie reageert een lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren. 
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie. 

Slide 36 - Slide

Allergie
Eerste contact: 
het antigeen laat B-cellen antistoffen maken, deze koppelen aan de mestcel => mestcel wordt geactiveerd

Tweede contact:
antigeen koppelt meteen aan geactiveerde mestcel => exocytose van blaasjes histamine => allergische reactie (slijm, jeuk, niezen etc.)

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Infectie antigeen: EERSTE keer


Je immuunsysteem kent de antigenen NIET.

Je wordt ziek. 

Het immuunsysteem gaat B en T-lymfocyten maken.

Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt.

Er blijven geheugencellen achter. 
Je bent (tijdelijk) IMMUUN.

Infectie antigeen: TWEEDE + volgende keren


Je immuunsysteem herkent de antigenen WEL.



De geheugen B en/of T-lymfocyten worden direct actief.

Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt.

Je wordt niet ziek. 

Slide 40 - Slide

Bijwerkingen
Passen bij een milde infectie

(je afweer wordt wel actief en gaat  antistoffen en geheugencellen maken)

Deze productie kost heel veel voedingsstoffen en energie


Slide 41 - Slide

werking vaccin?
Je geeft het lichaam de juiste antigenen (spike-eiwitten)

zonder een ziekteverwekker die zich kan vermenigvuldigen.

de specifieke afweer maakt wél antistoffen en geheugencellen. 

Je wordt wel immuun,  je wordt niet (ernstig) ziek

Slide 42 - Slide

Primaire en secundaire reactie

Slide 43 - Slide