Profielwerkstuk - sociaal experiment opzetten

Profielwerkstuk - sociaal experiment opzetten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Profielwerkstuk - sociaal experiment opzetten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stap 1: Identificeer en definieer je variabelen

Slide 3 - Slide

Je begint je onderzoek met een specifieke onderzoeksvraag in gedachten. Meestal moet je eerst veel literatuur lezen om te bepalen wat nog niet onderzocht is en welke vragen je interessant vindt.
In deze workshop gebruiken we twee voorbeelden: een over de relatie tussen telefoongebruik en slaappatronen en een over de relatie tussen voorleesmethoden en woordenschat.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld 1: Telefoongebruik en slaappatroon
Je wilt bepalen hoe telefoongebruik voor het slapen het slaappatroon beïnvloedt. Je bent specifiek geïnteresseerd in het effect van het aantal minuten telefoongebruik voor het slapen op het aantal uren dat iemand slaapt.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 2: Voorleesmethoden en woordenschat
Je wilt bepalen hoe voorlezen de woordenschat beïnvloedt. Je bent specifiek geïnteresseerd in het effect van twee voorleesmethoden (passief of interactief) op de woordenschatscores van kinderen tussen de 4 en 6 jaar oud met een andere moedertaal dan het Nederlands.

Slide 6 - Slide

Om je onderzoeksvragen om te zetten in experimentele hypothesen moet je de belangrijkste variabelen identificeren en voorspellingen doen over hoe ze aan elkaar gerelateerd zijn.
Je begint met een overzicht van de onafhankelijke en afhankelijke variabelen. In de voorbeelden wordt telkens gesproken over één onafhankelijke en één afhankelijke variabele om de uitwerking overzichtelijk te houden.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vervolgens is het belangrijk om te bepalen welke externe of confounding variabelen er kunnen zijn en hoe je hiervoor zou kunnen controleren. 
Ook hier worden slechts één externe variabele en één oplossing genoemd om de voorbeelden overzichtelijk te houden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stap 2: Formuleer je hypothese

Slide 11 - Slide

Nu je een goed begrip hebt van dat wat je wilt onderzoeken, kun je een specifieke, toetsbare hypothese formuleren die betrekking heeft op je onderzoeksvraag.

In sommige gevallen verwacht je begeleider dat je zowel een nulhypothese (H0) als een alternatieve hypothese (H1) formuleert, maar meestal neem je alleen de alternatieve hypothese op in je onderzoeksartikel.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De volgende stappen laten zien hoe je een gecontroleerd experiment opzet. Bij een gecontroleerd experiment moet je:

  • De onafhankelijke variabele(n) systematisch en nauwkeurig kunnen manipuleren;
  • De afhankelijke variabele(n) nauwkeurig kunnen meten;
  • Kunnen controleren voor mogelijke confounding variabelen.

Slide 14 - Slide

Stap 3: Ontwerp je experimentele condities

Slide 15 - Slide

De manier waarop en de mate waarin je je onafhankelijke variabele manipuleert kan een invloed hebben op de externe validiteit (de mate waarin je je resultaten kunt generaliseren naar een grotere of andere populatie).

Slide 16 - Slide


Het is eerst van belang om te bepalen welk meetniveau je je variabelen wilt toekennen. Soms wordt het meetniveau al bepaald door het type variabele (zoals bij het type voorleesmethode), maar meestal moet je zelf een keuze maken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Stap 4: Verdeel je participanten over de condities

Slide 21 - Slide

De manier waarop je je participanten verdeelt over je experimentele condities heeft een grote invloed op de validiteit en de betrouwbaarheid van je resultaten.

Slide 22 - Slide

Allereerst moet je bepalen hoe groot je steekproef wordt: hoeveel participanten laat je deelnemen aan het experiment? Over het algemeen is het zo dat een grotere steekproef zorgt voor meer statistische power, waardoor je meer vertrouwen kunt hebben in je resultaten.

Slide 23 - Slide

Vervolgens moet je je participanten gerandomiseerd (willekeurig) verdelen over je experimentele groepen. Iedere groep ervaart een andere experimentele conditie (bijvoorbeeld passief worden voorgelezen of interactief worden voorgelezen).

Slide 24 - Slide

Het is ook belangrijk om een controlegroep toe te voegen aan je design. Voor deze groep vindt er helemaal geen manipulatie of interventie plaats. In het geval van het voorlees-experiment wordt deze groep bijvoorbeeld helemaal niet voorgelezen. Hierdoor kun je onderzoeken wat er zou gebeuren zonder experimentele manipulatie.

Slide 25 - Slide

Opdracht
Werk nu stap 1 tot en met 4 uit voor je eigen onderzoek.
Over 20 minuten presenteren aan de groep via Powerpoint.

Stap 1: Identificeer en definieer je variabelen (afh/onafh/conf)
Stap 2: Formuleer je hypothese
Stap 3: Ontwerp je experimentele en controlecondities
Stap 4: Verdeel je participanten over de condities
timer
5:00

Slide 26 - Slide

Bronvermelding
Bevans, R. (2022, 28 oktober). Experimenteel onderzoek in je scriptie | Uitleg & voorbeelden. Scribbr. Geraadpleegd op 23 oktober 2023, van https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/experimenteel-onderzoek/

Slide 27 - Slide