Maten en hoeveelheden les 2

Rekenen
Meten en meetkunde
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rekenen
Meten en meetkunde

Slide 1 - Slide

Rekenen in 4 domeinen
Getallen: behandeld 
Verhoudingen: behandeld
Meten en meetkunde: periode 3
Verbanden: periode 4

Slide 2 - Slide

vorige les?

Slide 3 - Slide

Omrekenen van lengte

Slide 4 - Slide

Omrekenen van gewicht

Slide 5 - Slide

Omrekenen van inhoud.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je kunt met maten en hoeveelheden:
  • Je kan toegepast rekenen met maten en hoeveelheden

Slide 7 - Slide

Tijn koopt boekenkasten om in zijn slaapkamer te zetten.
De slaapkamermuur van Tijn is 3,5 m breed.
Hij zet zo veel mogelijk boekenkasten naast elkaar tegen de muur.
Hoeveel kosten de kasten in totaal?
A
€ 437,38
B
€ 419,88
C
€ 279,92
D
€ 306,16

Slide 8 - Quiz

Let op!

  • Laat bij elke vraag een berekening zien én het antwoord.
  • Vul bij duizendtallen géén punt in. (niet 1.000 maar 1000)

Slide 9 - Slide

De dierenverzorger staat samen met het olifantje op de weegschaal. De dieren-verzorger weegt 85 kg.
Laat met een berekening zien hoeveel kilogram het olifantje weegt.

Slide 10 - Open question

Sophie koopt voor € 28,93 een blik verf van 1,5 l. Voor het verven van een kastdeur heeft hij gemiddeld 300 ml verf nodig. Laat met een berekening zien hoeveel de verf per kastdeur kost.

Slide 11 - Open question

Hanneke hangt voor alle ramen in de kamer gordijnroedes op.
Laat met een berekening zien hoeveel Hanneke in totaal moet betalen voor de
gordijnroedes.

Slide 12 - Open question

Zelf aan de slag
Aan de slag in  met:
Domein: Meten en meetkunde
onderdelen: Hoofdstuk 8


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 13 - Slide