Meervoud zelfstandige naamwoorden

Meervoud zelfstandige naamwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Slide 1 - Slide

Schrijf vijf voorwerpen op, die je in het lokaal ziet. Zet het meervoud erbij.

Slide 2 - Mind map

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Slide

Meestal komt er bij meervoud van een zelfstandig naamwoord door -en of -s achter het woord te plakken.

Slide 4 - Slide

Woorden die eindigen op a,i,o,u of y
krijg je in het meervoud 's.

opa - opa's
ski-ski's
foto - foto's

Slide 5 - Slide

Woorden die eindigen op -ee krijgen in het meervoud -ën 


Idee - Ideeën 
ree- reeën 

Slide 6 - Slide

Sommige woorden krijgen -eren
Kind - kinderen
Ei - eieren
Blad - bladeren

Slide 7 - Slide

Een woord dat eindigt op s krijgt meestal een z in het meervoud



Huis- huizen
Kies- kiezen

Slide 8 - Slide

Een woord dat op een f eindigt krijgt meestal een v in het meervoud




Staaf - staven
Erf - erven

Slide 9 - Slide

Maken:
blz. 124 6 en 7
Werkboekje (afmaken in het volgende uur)

Slide 10 - Slide

Les 2
Doorwerken aan de boekjes Meervoud en het boekje Griezelen!

Slide 11 - Slide