Argumenteren par. 3

Argumenteren 
Paragraaf 3: argumentatieschema's
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Argumenteren 
Paragraaf 3: argumentatieschema's

Slide 1 - Slide

Argumentatieschema's
  • De relatie tussen standpunt en argument 
  • 6 argumentatiestructuren:
  1. Argumentatie op basis van autoriteit
  2. Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
  3. Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
  4. Argumentatie op basis van vergelijking
  5. Argumentatie op basis van voor- en nadelen
  6. Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 2 - Slide

Argumentatie o.b.v. autoriteit
  • ''Een deskundige zegt het, dus het is zo''

De nieuwe roman van Hanna Bervoets is steengoed. De recensent van het NRC is namelijk lovend. 

Slide 3 - Slide

Argumentatie o.b.v. kenmerk / eigenschap

  • Een kenmerk of eigenschap van een bepaalde groep wordt uitgelicht

Je moet handschoenen gebruiken als je een anti-kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken. Deze middelen zijn slecht voor je nagels. 


Slide 4 - Slide

Argumentatie o.b.v. oorzaak-gevolg

  • Een feit/gebeurtenis zal leiden tot een ander(e) feit/gebeurtenis

Overgewicht wordt vooral veroorzaakt door te weinig beweging (oorzaak en argument). Wij verkopen daarom in de kantine alleen nog maar gezonde voeding (gevolg en standpunt). 


Slide 5 - Slide

Argumentatie o.b.v. vergelijking

  • ''Omdat het in dit geval zo is, is het in dat geval ook zo''

Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het wel niet halen. De Eerste Kamer heeft ook het verbod op de rituele slacht tegengehouden.


Slide 6 - Slide

Argumentatie o.b.v. voor- en nadelen

  • Voor- en nadelen worden afgewogen en op basis daarvan wordt een oordeel geveld. 

Als je 4 havo overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in 5 havo met goede cijfers te 
slagen. Daar staat tegenover dat je het weliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar 5 havo, maar dat je toch ook een kans hebt dat je meteen slaagt. Als ik jou was, zou ik het proberen in 5 havo.


Slide 7 - Slide

Argumentatie o.b.v. voorbeelden

  • Soms te herkennen aan signaalwoorden als ''zoals'', ''zo'' of  ''bijvoorbeeld''

Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet 
opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten.


Slide 8 - Slide

Zijn vader is onlangs overleden. Daardoor is voor hem op dit moment zijn examen van minder belang.
A
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
B
Argumentatie op basis van voorbeelden
C
Argumentatie op basis van kenmerk/eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 9 - Quiz

Met hem kun je niets afspreken.
Vandaag was hij er om 10:15 uur nog niet en ben ik weggegaan, want vorige keer was hij de afspraak vergeten.
A
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
B
Argumentatie op basis van voorbeelden
C
Argumentatie op basis van kenmerk/eigenschap
D
Argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 10 - Quiz

Jeroen is eigenlijk een groot kind, want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego.
A
Argumentatie op basis vergelijking
B
Argumentatie op basis van voorbeelden
C
Argumentatie op basis van kenmerk/eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 11 - Quiz

Opdrachten 
Maak opdracht 1 en 2 (vanaf blz. 71)

Slide 12 - Slide