2/3 april: start instructie 7.5 Verkleinwoorden

2/3 april: spelling cursus 7 § 5 verkleinwoorden
Mavo 2 periode 4 
week 14 2e les (2/3 april)


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

2/3 april: spelling cursus 7 § 5 verkleinwoorden
Mavo 2 periode 4 
week 14 2e les (2/3 april)


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom 
plattegrond: van mentor
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
Lezen: Wojtek blz. 78
Startopdracht: huiswerk 7.4
Instructie 7.5 verkleinwoorden 
~pauze~
Zelfstandig oefenen 7.5
Afsluiting


timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Huiswerk check
Vul de puzzel in (blz.234)

Slide 4 - Slide

1. maart
2. dinsdag
3. blad (van een boom)
4. bn van plastic
5. bn van lekker 
6. mv van brief
7. mv van gans
8. verkleinwoord van koning
9. verkleinwoord van pink
10. verkleinwoord van worm
Huiswerk check✓
Opdracht 2 blz. 234
a. (-en) baarden - groepen - leeuwen - vogelkooien
b. (klinker weghalen) lanen - muren - strepen - stoelpoten
c. ( medeklinker verdubbelen) krullen - pannen - takken - oordoppen
d. (f/v en s/z) bazen - kloven - muizen - raven
e. (-ën): moskeeën, sleeën, weeën, zeeën 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk check✓
Opdracht 3 blz. 235
a. (-'s): 
 baby's, echo's, ijslolly's, paraplu's, programma's, safari's, taxi's, zwemdiploma's 
b. (-s): 
cowboys, horloges, kangoeroes, nummers, records, stickers, studies, tekenfilms 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doel 7.5 Verkleinwoorden 


  •  Je leert verkleinwoorden spellen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Even kijken 
bladje
pizzatje
satétje
autotje
paraplutje
taxitje
lollytje

Wat gaat hier mis? 
X
X
Hoe moet het dan wel ? 

Slide 8 - Slide

1. meneer Van Dalen
2. Gert de Groot
3. glad 
4. duizendvoud
5.  bn van langzaam: de ....... boot 
6. bn van glas: de ...... fles
7.  mv van fietsdief
8. mv van bezem
9. verkleinwoord van bodem
10. verkleinwoord van lieveling

blz. 236 7.5 Verkleinwoorden


  1. blad - blaadje > Korte klanken worden soms lang ......................
  2. pizza - pizzaatje           >
        saté - sateetje 
        auto - autootje
        paraplu - parapluutje

.

 Bij woorden met de klinkers a, é, o en
wordt de klinker verdubbeld: aa - ee - oo - uu

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

blz. 236 7.5 Verkleinwoorden


3. taxi - taxietje  >



4. lolly - lolly'tje >
.

 Bij woorden met medeklinker + de klinker i 
wordt de klinker verandert in ie 
 Bij woorden met medeklinker + 
 de klinker y 
 komt er 'tje achter (apostrof + tje) 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen
Opdracht 2 blz. 236: wat is er aan de hand bij.... 
a. -je: 
b. - ?
c. - ?
d.- ?
e.- ?
f.- ?
g. - ?

Slide 11 - Slide

1. meneer Van Dalen
2. Gert de Groot
3. glad 
4. duizendvoud
5.  bn van langzaam: de ....... boot 
6. bn van glas: de ...... fles
7.  mv van fietsdief
8. mv van bezem
9. verkleinwoord van bodem
10. verkleinwoord van lieveling

timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Maak opdracht 2 en 3 blz. 236/237 af.
Noteer de woorden in je schrift. 

timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je weet hoe je de onderdelen hoofdletters, leestekens, laatste letter t/d, bijvoeglijke naamwoorden, meervouden en verkleinwoorden goed moet schrijven. 
  2. Je weet wanneer je een komma, dubbele punt en aanhalingstekens schrijft. 
  3. Je weet hoe je meervouden moet schrijven.
  4. Je weet hoe je verkleinwoorden moet schrijven. 
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Volgende les 8 april: 
Herhaling 7.4 meervouden en 7.5 verkleinwoorden

 Huiswerk 8 april:
Opdracht 2 en 3 blz. 236/237 af: antwoorden in je schrift. 
 Agenda: 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions