This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Thema 1
Inleiding in de biologie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Organisme
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 3 - Drag question
Zet op volgorde van groot naar klein:
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern
DNA
Slide 4 - Drag question
Plantaardige en dierlijke cellen
BINAS 79B en 79C
Slide 5 - Slide
Verschillen
4 rijken BINAS 78
1. bacterie --> BINAS 79A
2. dierlijke cel 3. plantaadige cel
4. schimmel
Let op:
aanwezigheid organellen,
(prokaryoot vs eukaryoot)
celwand
(wel/geen, opgebouwd uit)
plastiden
(chloro-, chromoplast)
Slide 6 - Slide
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Slide 7 - Drag question
Chloroplast en mitochondrium
Chloroplast fotosynthese
Mitochondrium verbranding
Planten hebben beide in de cel!
Slide 8 - Slide
Celorganellen
BINAS 79D
Celkern
Ribosomen
Endoplasmatisch reticulum
Golgisysteem
Lysosoom
Functie bij eiwitsynthese
Slide 9 - Slide
Microscoop
Antoni van leeuwenhoek
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
0
Slide 12 - Video
Celmembraan
Slide 13 - Slide
Celmembraan
(Binas 79D)
Fosfolipiden, cholesterol, eiwitten.
Slide 14 - Slide
Fosfolipiden
Fosfolipen vormen membraan.
Kop waterminnend,
staart waterafstotend.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Kenmerken
Passief en actief transport kan je alsvolgt uit elkaar houden:
Passief:
Kost geen energie, van hoge naar lage concentratie
Actief:
Kost energie, van lage naar hoge concentratie (altijd via eiwit)
Slide 17 - Slide
Endocytose
Slide 18 - Slide
Fagocytose/endocytose
Slide 19 - Slide
Bij hyperekplexia (verstijving van spieren) wordt een afwijkend eiwit gevormd dat deel uitmaakt van het celmembraan van zenuwcellen. Waar wordt dit eiwit gesynthetiseerd / gemaakt?
A
aan de ribosomen
B
op het celmembraan
C
in de kern
D
in de mitochondriën
Slide 20 - Quiz
De plantencel is stevig door
A
Celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole
Slide 21 - Quiz
0
Slide 22 - Video
Slide 23 - Slide
0
Slide 24 - Video
Plantaardige cel
Stevig als ze vol zitten met water.
Slap bij weinig water.
Belangrijk voor planten:
Cellen hogere osmotische waarde (hypotoon) dan omgeving.
Slide 25 - Slide
Dierlijke cellen
Verschrompelen bij weinig water.
Gaan kapot (lysis) bij veel water.
Belangrijk voor dierlijke cellen:
gelijke osmotische waarde (isotoon) met omgeving.
Slide 26 - Slide
Verplaatsing van een ion of glucose over een membraan van een lage concentratie naar een hoge concentratie
A
Gefaciliteerd transport
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet
Slide 27 - Quiz
Verplaatsing van water over een membraan van een lage osmotische waarde naar een hoge osmotische waarde
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet
Slide 28 - Quiz
Een leerling bestudeert met zijn microscoop cellen van een ui in een druppel gedestilleerd water. Daarna wil hij intacte rode bloedcellen bestuderen. Dat mag niet in een druppel gedestilleerd water. Waarom niet?
A
Omdat cellen van een ui geen celmembraan hebben en rode bloedcellen wel.
B
Omdat rode bloedcellen in gedestilleerd water opzwellen en vervolgens knappen en cellen van een ui niet.
C
Omdat de osmotische waarde van de cellen van een ui hoger is dan die van rode bloedcellen.
D
Omdat rode bloedcellen in gedestilleerd water een te grote hoeveelheid zouten door de celmembranen naar buiten laten gaan en cellen van een ui niet.
Slide 29 - Quiz
Het kan aan zee voorkomen dat zoetwaterplanten worden overspoeld worden met zeewater, de turgor van de cellen van deze planten neemt af. Waardoor wordt de daling van de turgor voornamelijk veroorzaakt?