This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhalingsles
Hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Slide 2 - Slide
Iris heeft haar kleedgeld gekregen. Van dit geld heeft ze een nieuwe schoenen gekocht, omdat de andere schoenen kapot zijn.
Welke van de beweringen is juist?
A
De schoenen zijn een overig behoefte
B
De schoenen zijn zelfvoorziening
C
De schoenen zijn een gebruiksgoed
Slide 3 - Quiz
Uitleg
Behoefte
Basisbehoeften
Overige behoeften
Goederen
Verbruiksgoederen
Gebruiksgoederen
Zelfvoorziening
Iets zelf maken waardoor je in je behoeften voorziet
Slide 4 - Slide
Welk bedrag is op de juiste manier opgeschreven?
Kies het goede antwoord!
A
24,60
B
€15,1
C
€2,50
D
90,123
Slide 5 - Quiz
- 1x pure chocolade van €1,30 - 2x melk chocolade van €0,80 per stuk -4x witte chocolade van € 1,54 per stuk
Bereken de gemiddelde prijs. Noteer je berekening!
Slide 6 - Open question
Gemiddelde berekenen
Bereken het totaalbedrag
€1,30 + 2x €0,80 + 4x €1,54 = €9,06
Bereken het aantal
1 puur + 2 melk + 4 wit = 7 repen
Totaalbedrag : aantal = gemiddelde
€9,06 : 7 = €1,29428571
Afgerond €1,29
Slide 7 - Slide
De telefoon van Jesse is kapot. Op school zeggen klasgenoten dat de iPhone 11 een goede aankoop is. Na lang nadenken neemt koopt Jesse de iPhone 11 bij de Mediamarkt, omdat zijn vader dat een goede winkel vindt.
Kies het juiste begrip.
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Eigen keuze
D
Persoonlijke beïnvloeding
Slide 8 - Quiz
Sociale of Commerciële beïnvloeding
Sociale beïnvloeding
Vrienden, Familie of klasgenoten
Ze beïnvloeden de keuze die jij gaat maken
Commerciële beïnvloeding
Reclame, winkels, bekende mensen
Slide 9 - Slide
Consumentenorganisaties zijn er om de consument te steunen. Welke steun mag je van een consumentenorganisatie verwachten?
Kies het juiste antwoord.
A
Advies aan bedrijven over consumenten.
B
Controle op de Warenwet.
C
Betrouwbare informatie over producten.
Slide 10 - Quiz
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties
Ze steunen de consumenten
Ze testen producten van verschillende merken
Ze helpen als je product niet goed is
Vergelijkend warenonderzoek
Producten vergelijken
Prijs, kwaliteit en milieu
Slide 11 - Slide
14 maanden geleden heeft Lisanne voor €350,40 een nieuwe iPad gekocht. Nu is de iPad kapot.
Kun je bij de winkelier je geld terugvragen?
A
Ja, want het is geen deugdelijk product.
B
Nee, want het is een deugdelijk product.
Slide 12 - Quiz
Garantie
Slide 13 - Mind map
Winst
Salaris
Uitkering
Kees heeft een eigen bedrijf. Hij ontvangt een ....
Bart is sinds twee maanden werkloos. Hij ontvangt een
Sam vult vakken in de supermarkt. Zij ontvangt een
Slide 14 - Drag question
Wat hoort NIET bij huishoudelijke uitgaven?
A
Haargel
B
Wasmiddel
C
Broodjes in de kantine op school
D
Abonnement tijdschrift
Slide 15 - Quiz
Wat is GEEN incidentele uitgaven?
A
Een nieuwe schooltas
B
Kapotte wasmachine
C
Reparatie aan de auto
D
Een fles Cola
Slide 16 - Quiz
Bert spaart elke maand € 106,25. Bereken hoeveel dat is per week. Noteer je berekening!