Leerdoelencheck 3.3 en 4.3 Lezen

T3
Deze LessonUp herhaalt de theorie van 3.3 Lezen en 4.3 Lezen en checkt of je de lesstof begrepen hebt. 
Maak de LessonUp helemaal!


1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

T3
Deze LessonUp herhaalt de theorie van 3.3 Lezen en 4.3 Lezen en checkt of je de lesstof begrepen hebt. 
Maak de LessonUp helemaal!


Slide 1 - Slide

Leerdoelen 3.3
De leerdoelen van 3.3 zijn:
1. Je kunt een betoog lezen;
2. Je kunt bepalen of een betoog subjectief is;
3. Je kunt bepalen wat de functie van de inleiding of van het slot is;
4. Je kunt bepalen of de informatie in een tekst bruikbaar is.

Slide 2 - Slide

1. Wat is een betoog?
A
Een soort advertentie
B
Een tekst waar een mening in staat
C
Een tekst die vooral informerend is

Slide 3 - Quiz

2. In een betoog staat de mening van een schrijver. Op welke manier kan hij zijn mening duidelijker maken?

Slide 4 - Open question

3. Een betoog is...
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 5 - Quiz

4. Een argument kan zowel objectief als subjectief zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

5. Welk tekstdoel past het best bij een betoog?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 7 - Quiz

Is de titel van dit bericht subjectief of objectief?

Slide 8 - Slide

6. Is de titel over Nikkie tutorials subjectief of objectief?
A
Subjectief, er staat een mening in
B
Objectief, het is een feit

Slide 9 - Quiz

7. Wat wil de schrijver eigenlijk altijd doen in een inleiding?

Slide 10 - Open question

8. Wat gebeurt er vaak in de inleiding van een krantenartikel (nieuwsbericht)?
A
Er wordt een vraag gesteld
B
Er wordt een mening gegeven
C
Er wordt een samenvatting gegeven
D
Er wordt een reden gegeven waarom de tekst geschreven is

Slide 11 - Quiz

9. Als er 'dus' in het slot staat, wat zal dan waarschijnlijk de functie van het slot zijn?
A
Een advies geven
B
Een conclusie geven

Slide 12 - Quiz

Lees op de volgende slide de titel en de inleiding. Beantwoord daarna op de volgende slide de vraag over deze inleiding:
Welke functie heeft deze inleiding?
A Er wordt een vraag gesteld
B Er wordt een mening gegeven
C Er wordt een aanleiding voor het schrijven genoemd

Slide 13 - Slide

Geruchten genoeg, maar voorlopig geen transfers: ‘Niemand weet wanneer bal weer rolt’
De bal ligt stil, maar op de achtergrond 
draait de voetbalwereld door. 
Hoe onzeker de nabije toekomst ook is, 
de clubs willen het huiswerk voor komend 
seizoen hoe dan ook zo goed mogelijk 
op orde hebben. Maar gaat dit ook lukken?

Slide 14 - Slide

10. Wat is de functie van de tekst over voetbal één dia terug)?
A
Er wordt een vraag gesteld
B
Er wordt een mening gegeven
C
Er wordt een aanleiding voor het schrijven genoemd

Slide 15 - Quiz

11. Wat zal de belangrijkste functie van het slot zijn als er deze zin in staat? 'Kortom, handen wassen is nu het beste wat je kunt doen.'
A
Een samenvatting geven
B
Een advies geven
C
Een waarschuwing geven
D
Een conclusie geven

Slide 16 - Quiz

Leerdoelen 4.3
De leerdoelen van 4.3 zijn:
1. Je weet hoe je het antwoord op een meerkeuzevraag kunt vinden;
2. Je kunt van een reclame bepalen wat de tekst en de afbeelding met elkaar te maken hebben.


Slide 17 - Slide

12. Waarom worden tussenkopjes in een tekst gebruikt?

Slide 18 - Open question

13. Wat is bijna altijd het belangrijkste doel van een advertentie?
A
Activeren
B
Informeren
C
Amuseren

Slide 19 - Quiz

14. Geef een voorbeeld van wat een lezer na een advertentie ´moet´ gaan doen.

Slide 20 - Open question

McDonalds
Hiernaast zie je een reclame van McDonalds...
Er staat bijna geen tekst. Hoe komt het dat je de reclame toch begrijpt? (Antwoord geven in volgende slide)

Slide 21 - Slide

15. Reclame van McDonalds: Er staat bijna geen tekst. Hoe komt het dat je de reclame toch begrijpt?

Slide 22 - Open question

Corona
Welke twee doelen heeft de advertentie hiernaast?
Geef antwoord in de volgende slide.

Slide 23 - Slide

16. Welke twee doelen heeft de advertentie over thuisblijven?
A
Activeren om thuis te blijven en amuseren
B
Informeren over corona en amuseren
C
Activeren en overtuigen om thuis te blijven

Slide 24 - Quiz

17. Wat maakt een goede reclame krachtig/sterk?

Slide 25 - Open question

Commercieel of ideëel?
Commercieel of ideëel?

Slide 26 - Slide


A
Commercieel
B
Ideëel

Slide 27 - Quiz


A
Commercieel
B
Ideëel

Slide 28 - Quiz

20. Wat is het verschil tussen commerciële en ideële reclame?

Slide 29 - Open question

21. Hoe zou jij een meerkeuzevraag beantwoorden?

Slide 30 - Open question

KLAAR!

Slide 31 - Slide