les 11 plusquamperfectum

Lesdoel
Je kunt het plusquamperfectum herkennen en vertalen 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoel
Je kunt het plusquamperfectum herkennen en vertalen 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
-overhoren woordjes les 10
-nakijken huiswerk
-uitleg plusquamperfectum
-vertalen les 11

Slide 2 - Slide

woordjes les 10

Slide 3 - Slide

nakijken les 10
Persoonsvorm
Samengesteld (komma's , voegwoorden)
Onderwerp
lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp 
Overig (bijwoordelijke/bijvoeglijke bepaling)

Slide 4 - Slide

Waaraan herken je (tijdskenmerk) het imperfectum?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1e ev (ik)
2e ev (jij)
3e ev (hij, zij, het)
1e mv (wij)
2e mv (jullie)
3e mv (zij)

istis

m
erunt
tis
i
imus
isti
it
s

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vertaal: vocaveramus

Slide 12 - Open question

praesens
imperfectum
perfectum
plusquamperfectum
pendebas
dixistis
vulnero
responderat
manebant
venerunt
veneram
veniunt

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

'De Friezen woonden aan de andere kant van de Rijn. Eens hadden zij met een briefje een reis naar Rome gemaakt. Deze brief gaven zij aan Caesar.
A
woonden is impf, hadden gemaakt is perf
B
woonden is impf, hadden gemaakt is pqp
C
woonden is perf, hadden gemaakt is perf
D
woonden is perf, hadden gemaakt is pqp

Slide 15 - Quiz

Waar  op de tijdlijn?
-pqp
-perf
-imperf

Slide 16 - Slide