,

WRE 2AHA - Grammatica - Samengestelde zinnen - les 2

N E D E R L A N D S
Welkom 2AHA!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

N E D E R L A N D S
Welkom 2AHA!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Herhaling theorie: samengestelde zinnen
2. Herhalingsvragen
3. Opdracht
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



Flevoland bestond vroeger niet,
want het IJsselmeer was nog niet drooggelegd.
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions



Flevoland bestond vroeger niet,
want het IJsselmeer was nog niet drooggelegd.
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions



Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder,
omdat hij goed kon tekenen.
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions



Voordat de tandenborstel werd uitgevonden,
poetsten mensen hun tanden met zand, zout of gemalen krijt.
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions



Dinosauriërs zijn uitgestorven doordat _______.
Kies de juiste volgorde van het onderwerp en de persoonsvorm.
A
een meteoriet op de aarde viel
B
een metoriet viel op de aarde

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Lees de tekst.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Maak van de twee zinnen bij 1 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Maak van de twee zinnen bij 2 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Maak van de twee zinnen bij 3 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Lisa is te verdrietig om naar het feest te gaan.'
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 13 - Quiz

Verander tijd: 'Miranda was te verdrietig om naar het feest te gaan.'

Alleen 'is' verandert, dus 1 persoonsvorm, dus enkelvoudige zin. 
Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 14 - Quiz

Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.

'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin. 

Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen. 
Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 15 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 16 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).


De zin bestaat uit:
'Ali heeft me uitgenodigd voor zijn feest, maar jammer genoeg kan ik niet.'

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 17 - Quiz

De onderwerpen (Ali + ik) staan telkens naast de persoonsvormen (heeft + kan). Dit zijn dus twee hoofdzinnen.


De zin bestaat uit:
'Over twee weken begint de proefwerkweek en daarna hebben we geen les meer.'
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 18 - Quiz

De onderwerpen (de proefwerkweek + we) staan telkens naast de persoonsvormen (begint + hebben). Dit zijn dus twee hoofdzinnen.
Maak zelf een samengestelde zin die
bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
- Bepaal van de zinnen de persoonsvormen;
- Bepaal vervolgens of het een enkelvoudige of samengestelde zin is;
- Heb je te maken met een hoofdzin + hoofdzin of een hoofdzin + bijzin?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Havo: opdracht 1, 2 en 4
Vwo: opdracht 3 (§7) opdracht 1 (§9)
Hoe:
In de online methode. 
Hulp:
Theorie op blz. 222
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Oefen in de online methode met de trainer of maak hulpmiddelen voor jezelf (samenvatting of stappenplan)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions