6.10

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.10
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 273

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden. 
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 8 (-7) op blz. 273 t/m 276.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Alle schapen zijn wit, maar één schaap wijkt af.

Wat is de betekenis van afwijken?
A
weglopen
B
precies hetzelfde zijn
C
niet hetzelfde zijn
D
schrikken

Slide 6 - Quiz

Jan is goed in rappen en tevens in gitaarspelen.

Wat is de betekenis van tevens?
A
minder worden
B
ook
C
volledig
D
niet meer dan

Slide 7 - Quiz

Sam stopt met werken, want het gaat ten koste van zijn cijfers.

Wat is de betekenis van gaat ten koste van?

A
is een nadeel voor
B
weten
C
te weinig van
D
de belangrijkste dingen

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 7 (-4) op blz. 273 t/m 276.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie
Schooltaalwoorden: woorden die je veel op school gebruikt > je komt ze bij alle vakken tegen.

Slide 10 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 11 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 7 (-4) op 
blz. 273 t/m 276.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 2.

Slide 12 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 6.10, blz. 273 t/m 276, opdr. 1 t/m 8 (-7) --> Niemand
B: les 6.10, blz. 273 t/m 276, opdr. 1 t/m 7 (-4)  --> namen lln
I: les 6.10, blz. 273 t/m 276, opdr. 1 t/m 7 (-4) --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 13 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 14 - Slide

Ik begrijp de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten.
0100

Slide 15 - Poll

Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
0100

Slide 16 - Poll

Ik begrijp dat mensen in verschillende situaties verschillende soorten taal gebruiken.
0100

Slide 17 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
6.10 opdracht 1 t/m 7(-4)
6.10 opdracht 1 t/m 8(-7)

Toetsen: 
...
geen

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 19 - Slide