3.9

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.9
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.9
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 125

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden. 
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 7 (-6) op blz. 125 t/m 127.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Kies het juiste woord:

'Natuurlijk is er een verband/behoefte tussen je gespijbel en je rapportcijfers!'
A
Verband
B
Behoefte

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste betekenis van vergoeding:

'Je kunt een vergoeding krijgen voor de reiskosten.'

A
Resultaat
B
Omgeving
C
Geld
D
Eigenlijk

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste betekenis van inschatten:

'Kunnen jullie inschatten hoeveel mensen op het feest komen?'

A
Opschrijven
B
Bedenken hoeveel iets zal zijn
C
een beeld dat iets betekent
D
Opmaken door het te gebruiken

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 7 (-6) op blz. 125 t/m 127.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie
Schooltaalwoorden: woorden die je veel op school gebruikt > je komt ze bij alle vakken tegen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 7 (-6) op 
blz. 125 t/m 127.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 5.

Slide 12 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 3.9, blz. 125 t/m 127, opdr. 1 t/m 7 (-6) --> Niemand
B: les 3.9, blz. 125 t/m 127, opdr. 1 t/m 7 (-6) --> namen lln
I: les 3.9, blz. 125 t/m 127, opdr. 1 t/m 7 (-6) --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 13 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 14 - Slide

Geef een ander woord voor:
omgeving

A
natuurlijk
B
resultaat
C
achtergrond
D
houding

Slide 15 - Quiz

Geef een ander woord voor:
uiteraard
A
eigenlijk
B
natuurlijk
C
ding
D
heel zeker

Slide 16 - Quiz

Geef een ander woord voor:
bindt
A
afgeven
B
houding
C
zeker
D
maakt vast

Slide 17 - Quiz

Ik begrijp de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten.
010

Slide 18 - Poll

Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
010

Slide 19 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
3.9 opdracht 1 t/m 7 (-6)

Toetsen: 
...
geen

Slide 20 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 21 - Slide