6.11

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.11
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.11
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 276

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- heb je herhaald wat je in blok 1 t/m 5 over woorden en taal hebt geleerd. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 9 + 10 op blz. 276 t/m 277.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een samenstelling?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is in het volgende woord het voor- of achtervoegsel?
herexamen

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is in het volgende woord het voor- of achtervoegsel?
gewichtloos

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 9 + 10 op blz. 276 t/m 277.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling
vruchten        +    taart    =  vruchtentaart 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling
laptop             +        tas      =   laptoptas  

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vul zelf een samenstelling in.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Woorden met voorvoegsel

Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.

Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.


Bijvoorbeeld:

gebruiken - hergebruiken

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorvoegsels 
asymmetrisch --> a (voorvoegsel) + symmetrisch (kernwoord)

herkansen--> her (voorvoegsel) + kansen (kernwoord)

wanhoop --> wan (voorvoegsel) + hoop (kernwoord)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Achtervoegsels: vrolijk 
Er zijn veel woorden met -heid, -lijk, -ing, -ig, 
 -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch erachter. 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 
______

Slide 17 - Slide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Wat betekent het voorvoegsel on
A
niet
B
alles
C
geen
D
niks

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ondiep
A
erg diep
B
een beetje diep
C
diep
D
niet diep

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het voorvoegsel her
A
opnieuw
B
nieuw
C
heel oud
D
oud

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent herorganiseren
A
overnieuw
B
organiseren
C
opnieuw organiseren
D
niks organiseren

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het achtervoegsel loos
A
niet, geen
B
niet
C
zonder
D
geen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent kleurloos
A
kleur
B
zonder kleur
C
geen kleur
D
wit

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent waterrijk
A
veel water
B
water van waarde
C
rijk water
D
geen water

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent behulpzaam
A
hulp bieden
B
hulp niet geven
C
eenzaam
D
geen hulp vragen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 9 + 10 op 
blz. 276 t/m 277.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 10.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10 --> Niemand
B: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10  --> namen lln
I: les 6.11, blz. 276 t/m 277, opdr. 9 + 10 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan samenstellingen herkennen.
010

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Wat is een voorvoegsel?
A
Een woord voor een ander woord
B
Een klein stukje voor het woord bijv. on of her
C
Iets wat achter een woord staat

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van het voorvoegsel her-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
niet

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voorvoegsel
verhaal
A
haal
B
ver
C
ve
D
aal

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
6.11 opdracht 9 + 10


Toetsen: 
...
geen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 36 - Slide

This item has no instructions