This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herzlich Willkommen!
Deutsch
Slide 1 - Slide
Die Planung und die Lernziele
1. Was machst du diese Woche
2. Uitleg werkwoord mögen
3. Wiederholung ein(e)/kein(e)
4. Hausaufgaben machen.
Lernziele für heute:
Ik kan de woorden ein/eine en kein/keine vertalen en plaatsten voor een zelfstandig naamwoord (school, rooster, bal).
Ik kan dürfen, können en mögen (2x) vervoegen.
Slide 2 - Slide
Kapitel 5: Was machst du diese Woche?
Tips:
de ä ö ü maak je door rechter shift + " + a/o/u te typen
de ß maak je door alt (rechts van de spatie) + s tegelijk in te drukken
Viel Erfolg Leute!
Slide 3 - Slide
Kapitel 5: Grammatik: werkwoord mögen
In de volgende video herhaal ik wat bijzonder is aan de werkwoorden dürfen, können en mögen. Daarnaast leg ik uit waar je op moet letten bij het werkwoord mögen. Dit werkwoord heeft namelijk twee betekenissen en twee verschillende vervoegingen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
08:31
Welke betekenissen heeft het werkwoord mögen?
Slide 6 - Open question
Typ het rijtje van het werkwoord 'dürfen' uit (zonder boek)
Slide 7 - Open question
Typ het rijtje van het werkwoord 'mögen' (zou graag willen) uit (zonder boek)
Slide 8 - Open question
Kapitel 5: herhaling ein/eine/kein/keine
In de volgende dia's vraag ik je kennis van de vorige keer terug: beantwoord de vragen zoveel mogelijk uit je hoofd. Alleen dan, kun je checken of je de stof al kent.
Viel Erfolg!
Slide 9 - Slide
Wat is de vertaling van ein/eine en kein/keine?
Slide 10 - Open question
Wat is het ezelsbruggetje?
Slide 11 - Open question
Klik aan wat juist is: school
A
eine Schule
B
ein Schule
Slide 12 - Quiz
Klik aan wat juist is: leraar
A
eine Lehrer
B
ein Lehrer
Slide 13 - Quiz
Klik aan wat juist is: toeschouwers
A
eine Zuschauer
B
kein Zuschauer
C
keine Zuschauer
Slide 14 - Quiz
Kapitel 5: Aufgaben machen
Maak de opdrachten via TrabiTour online.
Zorg ervoor dat je werkboek B hebt aangevinkt. (VMBO-GT(HAVO) B om precies te zijn.
Maak zelfstandig de Übungen: 7.3, 8.1, 9,1 10.1
Luister zelfstandig de Übungen: 10.2
Leer Wörter A (helemaal) + B t/m vormittags. Op It's Learning kun je je aan een groep toegevoegen waar de woordenlijsten voor je klaar staan.
In de volgende 2 dia's kun je werkwoorden dürfen, können en mögen nog eens bekijken. Het is belangrijk dat je deze werkwoorden uit je hoofd gaat leren!
Slide 15 - Slide
Kapitel 5: Grammatik erklärung
Dürfen: mogen/toestemming hebben
ich darf
du darfst
er / sie / es darf
wir dürfen
ihr dürft
sie dürfen
Sie dürfen
Voltooid dw: gedurft
Können: kunnen
ich kann
du kannst
er / sie / es kann
wir können
ihr könnt
sie können
Sie können
Voltooid dw: gekonnt
Slide 16 - Slide
Kapitel 5: Grammatik erklärung
mögen: houden van/lusten
ich mag
du magst
er / sie / es mag
wir mögen
ihr mögt
sie mögen
Sie mögen
Voltooid dw: gemocht
mögen: zou graag willen
ich möchte
du möchtest
er / sie / es möchte
wir möchten
ihr möcht
sie möchten
Sie möchten
Voltooid dw: gemocht
Slide 17 - Slide
Welke woorden krijgen een '-e' als uitgang?
A
mannelijk en onzijdig
B
vrouwelijk en meervoud
Slide 18 - Quiz
Leerdoelcheck: Ik kan dürfen, können en mögen (2x) vervoegen.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Leerdoelcheck: Ik kan de woorden ein/eine en kein/keine vertalen en plaatsten voor een zelfstandig naamwoord (school, rooster, bal).