Formuleren_H4_vwo1

Formuleren H4
Verwijswoorden


1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formuleren H4
Verwijswoorden


Slide 1 - Slide

Theorie
Om te voorkomen dat je in een tekst een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt, gebruik je verwijswoorden.
Een verwijswoord wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is.

Slide 2 - Slide

Schema verwijswoorden (blz. 128)

Slide 3 - Slide

Geslacht van het woord
Om te bepalen welk verwijswoord je moet gebruiken, is het nodig om te kijken naar het geslacht van het woord: 
mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.
Je kunt het geslacht in een online woordenboek vinden. 
En vaak geldt: mannelijke woorden zijn concreet, vrouwelijke woorden zijn abstract. 


Slide 4 - Slide

Voorbeelden
De bibliotheek (v) heeft al haar leden een brief gestuurd.

Omdat dit gebouw (o) oud is, wordt het gerestaureerd.

Mijn auto (m) heeft zijn beste tijd gehad. 


Slide 5 - Slide

Welk lidwoord hoort bij enkelvoud mannelijk?

Slide 6 - Open question

Welk lidwoord hoort bij onzijdig?

Slide 7 - Open question

Welk lidwoord hoort bij enkelvoud vrouwelijk?

Slide 8 - Open question

Dit gebouw is helemaal vernield, omdat ...... oud was.
A
haar
B
het
C
zijn
D
hem

Slide 9 - Quiz

De gemeenteraad (m) heeft drie uur vergaderd, toch heeft .... niet tot een besluit kunnen komen.
A
zij
B
het
C
dit
D
hij

Slide 10 - Quiz

Rotterdam (o) heeft ...... drugsproblemen nog niet opgelost.
A
haar
B
hem
C
zijn
D
ze

Slide 11 - Quiz