Formuleren_H4_vwo1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Formuleren H4

Verwijswoorden

Theorie

Om te voorkomen dat je in een tekst een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt, gebruik je verwijswoorden.

Een verwijswoord wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is.

Schema verwijswoorden (blz. 128)

Geslacht van het woord

Om te bepalen welk verwijswoord je moet gebruiken, is het nodig om te kijken naar het geslacht van het woord: 

mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

Je kunt het geslacht in een online woordenboek vinden. 

En vaak geldt: mannelijke woorden zijn concreet, vrouwelijke woorden zijn abstract. 

Voorbeelden

De bibliotheek (v) heeft al haar leden een brief gestuurd.

Omdat dit gebouw (o) oud is, wordt het gerestaureerd.

Mijn auto (m) heeft zijn beste tijd gehad. 

Welk lidwoord hoort bij enkelvoud mannelijk?

Welk lidwoord hoort bij onzijdig?

Welk lidwoord hoort bij enkelvoud vrouwelijk?

Dit gebouw is helemaal vernield, omdat ...... oud was.

1. haar
2. het
3. zijn
4. hem

De gemeenteraad (m) heeft drie uur vergaderd, toch heeft .... niet tot een besluit kunnen komen.

1. zij
2. het
3. dit
4. hij

Rotterdam (o) heeft ...... drugsproblemen nog niet opgelost.

1. haar
2. hem
3. zijn
4. ze