Chapitre 5: Passé Composé met Avoir

Onderwerp
Chapitre 5 Grandes Lignes Paragraphe D
Grammaire:
Le passé composé van de 
ww. op -er (parler)
(De voltooide tegenwoordige tijd v.t.t.)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Onderwerp
Chapitre 5 Grandes Lignes Paragraphe D
Grammaire:
Le passé composé van de 
ww. op -er (parler)
(De voltooide tegenwoordige tijd v.t.t.)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt. 

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie over de V.T.T?
Vul in wat in je opkomt.

Slide 3 - Open question

V.T.T. =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

Slide 4 - Slide

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van AVOIR (hebben)
   2. een voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont

Slide 6 - Quiz

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa (is een 'zij' dus elle) ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.

Slide 9 - Open question

1. AVOIR (vervoegen)
j'ai
tu as
il elle on a
nous avons
vous avez
ils elles ont

Slide 10 - Slide

2. Het voltooid deelwoord
Je maakt een stam:
Hele werkwoord - ER en + É
manger -> mang -> mangé

 J'ai parlé               = Ik heb gepraat 
 On a chanté          = We hebben gezongen                                 

Slide 11 - Slide

N'oublie pas: 
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!!
Pas op! Hou altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar! (net als in het Engels)
Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 12 - Slide

Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord!!!!
Nous avons joué.
Wij hebben gespeeld.

Slide 13 - Slide

Regardez bien!!!

Slide 14 - Slide


Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.

Slide 15 - Quiz

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 18 - Quiz

Vertaal:
Vous avez dansé

Slide 19 - Open question

Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.

Slide 20 - Quiz

Waaruit bestaat de Passé Composé?

Slide 21 - Open question

Voor extra uitleg:

- Ga naar Grandes Lignes/Chapitre 5/Naslag/Grammaire D
- Luister naar deze uitleg: 

Slide 22 - Slide

Au travail:

Ga naar Grandes Lignes en maak de opdrachten van Chapitre 5 Paragraphe D
ex. 16,17bcdef

Slide 23 - Slide

La semaine prochaine
Révision du passé composé
correction des devoirs
exercice 17g
verbuga
Kahoot

Slide 24 - Slide