4.3 Impulsgeleiding [les 1]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

Herhaling:
Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Au!".
Via welke typen neuronen zijn dan impulsen geleid?
A
Via sensorische en motorische neuronen
B
Via sensorische, motorische en schakelneuronen
C
Alleen via motorische neuronen
D
Alleen via sensorische neuronen

Slide 2 - Quiz

In een zenuw, die het ruggenmerg en een onderarm met elkaar verbindt, bevinden zich uitlopers van neuronen.
Welke typen neuronen kunnen dat zijn?
A
Alleen motorische en schakelneuronen
B
Alleen sensorische en schakelneuronen
C
Alleen motorische en sensorische neuronen
D
Motorische, sensorische en schakelneuronen

Slide 3 - Quiz

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist
1. De myelineschede versnelt de impulsgeleiding
2. Dendrieten hebben nooit een myelineschede
3. De myelineschede isoleert zenuwcellen van elkaar
4. Een neuron zelf maakt zijn myelineschede

Slide 4 - Open question

Leerdoelen deze les
Je kunt in een afbeelding aangeven hoe de impulsgeleiding in een neuron verloopt 

Je kunt de verschillende stappen van een actiepotentiaal uitleggen


Slide 5 - Slide

Voorkennis: wat is een impuls?

Slide 6 - Open question

Impuls
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel

via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht

een ander woord voor impuls is actiepotentiaal
 

Slide 7 - Slide

Geef de volledige namen van de volgende elementen:
Na
K
Cl
Ca

Slide 8 - Open question

Wat is een ander woord voor impuls?

Slide 9 - Open question

Impuls
 > Is een elektrisch stroompje dat veroorzaakt wordt door een verschil in elektrische ladingen binnen en buiten de cel

> Deze elektrische ladingen worden veroorzaakt door ionen 

> Ionen zijn atomen met een positieve of negatieve lading

Meer weten over ionen? Bekijk Thema 18.2 op 10voorbiologie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

zenuwcel in rust
Het concentratie verschil bij de K+ ionen is kleiner dan bij de Na+ ionen. 

In combinatie met de hoeveelheid achtergebleven negatief geladen stoffen: 

Buiten de cel = +
Binnen de cel = -

BINAS 88D

Slide 12 - Slide

Membraanpotentiaal en actiepotentiaal
Membraanpotentiaal: elektrische spanning die staat over het celmembraan. Is altijd aanwezig

Buiten de cel = +
Binnen de cel = -

Actiepotentiaal = impuls: elektrische lading die zich over de dendrieten en axonen verplaatst. Is soms aanwezig

Slide 13 - Slide

Hoeveel millivolt (mV) is het membraanpotentiaal als het in rust is? (zie BiNaS tabel 88F)

Slide 14 - Open question

De binnenkant van een zenuwcel in rust is altijd ..... ten opzichte van de buitenkant qua lading
A
Positief
B
Negatief
C
Gelijk

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

actiepotentiaal
Onder invloed van een prikkel/impuls wordt een natriumkanaaltje open gezet.

Gevolg: natriumionen van een plek met een hoge concentratie stromen naar een plek met een lage concentratie = buitenkant (+) en binnenkant (-) wordt opgedraaid (in 0,001 sec)

= actiepotentiaal


Slide 17 - Slide

Wat is de reden dat het membraanpotentiaal toeneemt van -70 mV naar 30 mV als gevolg van een impuls/actiepotentiaal?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

actiepotentiaal
Na de actiepotentiaal 
- gaat het natriumkanaaltje dicht (dit duurt even = herstelfase)

- gaat de Na/K pomp aan om ladingsverschil te herstellen (binnen weer - en buiten +)

- het naastgelegen natriumkanaaltje gaat door het actiepotentiaal ook open waardoor hier een actiepotentiaal ontstaat (en die daarnaast, en die daarnaast.....) = impulsgeleiding

- maximaal 500 impulsen/sec

Slide 21 - Slide

Zet de stappen van een impulsgeleiding in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Na+ poorten gaan open en Na+ stroomt de cel in
Grenswaarde membraanpotentiaal (-50 mV) in dendriet wordt bereikt, actiepotentiaal in dendriet begint
Membraanpotentiaal is weer teruggedraaid. K+ poorten sluiten weer. Na+/K+ poort wordt actief
Membraanpotentiaal wordt 30 mV. Binnen de cel is het positief, buiten de cel negatief.
Doordat de membraanpotentiaal 30 mV is sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten
Door het actiepotentiaal wordt het membraanpotentiaal van -50 mV verderop bereikt. Na+ poorten gaan verderop open. Het actiepotentiaal loopt verder

Slide 22 - Drag question

Stel je hebt een actiepotentiaal op een bepaald gedeelte van het celmembraan. Welke stap van dit actiepotentiaal zorgt er voor dat er ook een actiepotentiaal ontstaat verderop in de cel

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Wat voor invloed heeft de myelineschede op de impulsgeleiding binnen een cel?

Slide 25 - Open question

Stel een blauwe vinvis (33 m) zou geen myelineschede hebben. Hoe lang duurt het dan voordat de walvis het door zou hebben dat het in de staart is gebeten?

Slide 26 - Open question

Hoe ontstaat de rustpotentiaal van een smaakzintuigcel?

A
Door de natrium en kaliumpoorten
B
Door de natrium-kalium-pompen
C
Door de natriumpoorten
D
Door de kaliumpoorten

Slide 27 - Quiz

Aan het werk
Maak de opdrachten die horen bij paragraaf 4.2 (=huiswerk)

Maak een samenvatting van deze LessonUp

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video