18.2 Prikkelgeleiding

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

In een zenuw, die het ruggenmerg en een onderarm met elkaar verbindt, bevinden zich uitlopers van neuronen.
Welke typen neuronen kunnen dat zijn?
A
Alleen motorische en schakelneuronen
B
Alleen sensorische en schakelneuronen
C
Alleen motorische en sensorische neuronen
D
Motorische, sensorische en schakelneuronen

Slide 2 - Quiz

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist
1. De myelineschede versnelt de impulsgeleiding
2. Dendrieten hebben nooit een myelineschede
3. De cellen van Schwann isoleren zenuwcellen van elkaar
4. Een neuron zelf maakt zijn myelineschede

Slide 3 - Open question

Voorkennis: wat is een impuls?

Slide 4 - Open question

Doel
  • Je kunt uitleggen hoe neuronen een ladingverschil/potentiaalverschil over de celmembraan creëren
  • Je kunt uitleggen hoe een actiepotentiaal ontstaat en zich in één richting over de celmembraan verplaatst
  • Je kunt verklaren waardoor een zenuwcel een refractaire periode heeft.
  • Je kunt beredeneren welk effect myelineschedes hebben op impulsgeleiding

18.2 tm 18.2.3

Slide 5 - Slide

Impuls
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel

via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht

een ander woord voor impuls is actiepotentiaal
 

Slide 6 - Slide

Geef de volledige namen van de volgende elementen:
Na
K
Cl
Ca

Slide 7 - Open question

Leg het begrip diffusie uit

Slide 8 - Open question

Impuls
 > Is een elektrisch stroompje dat veroorzaakt wordt door een verschil in elektrische ladingen binnen en buiten de cel

> Deze elektrische ladingen worden veroorzaakt door ionen 

> Ionen zijn atomen met een positieve of negatieve lading

Meer weten over ionen? Bekijk Thema 18.2 op 10voorbiologie

Slide 9 - Slide

Rustpotentiaal over celmembraan
-70 mV 

Natrium-Kalium pomp

3 Na naar buiten, 2 K naar binnen per cyclus.
BINAS 88E

Slide 10 - Slide

Hoeveel millivolt (mV) is het membraanpotentiaal als het in rust is? (zie BiNaS tabel 88F)

Slide 11 - Open question

De binnenkant van een zenuwcel in rust is altijd ..... ten opzichte van de buitenkant qua lading
A
Positief
B
Negatief
C
Gelijk

Slide 12 - Quiz

Video
De volgende dia is een engelstalige animatie van het ontstaan van de actiepotentiaal en de impulsgeleiding. 

geen paniek, we lopen alles nog stap voor stap door, maar bekijk 'm eerst een keer helemaal om een globaal beeld te krijgen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Hoe versnelt de myelineschede de impulsgeleiding?

Slide 23 - Open question

In de tekst van paragraaf 18.2.2 wordt onderscheid gemaakt tussen de absolute en de relatieve refractaire periode. Wat is het verschil?

Slide 24 - Open question

Een actiepotentiaal begint met het door het membraan van de uitloper binnenstromen van Na+
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Hoe sterker een prikkel, des te sterker de actiepotentialen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Zet de stappen van een impulsgeleiding in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Na+ poorten gaan open en Na+ stroomt de cel in
Grenswaarde membraanpotentiaal (-50 mV) in dendriet wordt bereikt, actiepotentiaal in dendriet begint
Membraanpotentiaal is weer teruggedraaid. K+ poorten sluiten weer. Na+/K+ poort wordt actief
Membraanpotentiaal wordt 30 mV. Binnen de cel is het positief, buiten de cel negatief.
Doordat de membraanpotentiaal 30 mV is sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten
Door het actiepotentiaal wordt het membraanpotentiaal van -50 mV verderop bereikt. Na+ poorten gaan verderop open. Het actiepotentiaal loopt verder

Slide 27 - Drag question

Opdrachten 18.1

Slide 28 - Slide