woensdag 13 april

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 42
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Planning
1. Nederlands
2. Wiskunde
3. Engels / techniek
4. Biologie / techniek 
5. NaSk
6. Bevo 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1e lesuur:
8.45 - 9.30
Nederlands

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
je leert over lastige werkwoorden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

lastige werkwoorden
Bij deze werkwoorden klinken de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken hetzelfde, maar schrijf je anders. Het gaat om de werkwoorden die bijvoorbeeld beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over-.
bijvoorbeeld: 
tt. Tom verdient veel geld.
vt. Tom heeft veel geld verdiend. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Piet verhuist naar zweden.
Is verhuist de pv of vd?
A
pv
B
vd

Slide 9 - Quiz

tip: vraagproef 
Piet is naar zweden verhuisd. Is verhuisd de pv of vd.
A
pv
B
vd

Slide 10 - Quiz

vraagproef
vul de juiste vorm in van het ww.
Luc heeft zijn voorsprong op allerlei manieren .... (verbeteren).
A
Verbeterd
B
Verbetert

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

vul de juiste vorm in van het ww.
wie ... (bepalen) eigenlijk de opstelling van het team?
A
bepaald
B
bepaalt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken: H5 paragraaf 8 - lastige werkwoorden
timer
30:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Cito Wiskunde - rekenen
timer
30:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Pauze
10.15 - 10.30

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

3e lesuur:
10.30 - 11.15
Engels

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:  I know words about moods / emotions / feelings / having a good time and I can use them correctly.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'annoyed'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'cranky'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'confused'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'fabulous'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'relieved'?
A
schuldig
B
gepassioneerd
C
opgelucht
D
blij, opgewonden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'thrilled'?
A
schuldig
B
gepassioneerd
C
opgelucht
D
blij, opgewonden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke thema woorden zie je op het plaatje?
Zie notitie voor antwoorden

Slide 27 - Slide

Party animal, dress code, to throw a party, to enjoy yourself, lovely
Aan de slag!
Maken: CH6; B
timer
30:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

4e lesuur:
11.15 - 12.00
Biologie


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Gelijke en ongelijke genenparen
Sommige mensen hebben een genenpaar dat bestaat uit twee genen voor steil haar. Bij andere kan het genenpaar voor de haarvorm bestaan uit twee genen voor 
krullend haar.  Soms kan je één gen 
krijgen voor krullend haar en 
één gen voor steil haar. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

lesdoel
Je kunt omschrijven dat variatie in genotypen ontstaan door geslachtelijke voortplanting.
Je kunt omschrijven hoe een twee-eiige en hoe een eeneiige tweeling ontstaat. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

DNA-verwantschapstest
onderzoekt men de lichaamscellen. Vaak gaat het om een vaderschapstest. We vergelijken dan het DNA van de mogelijke vader met het DNA van het kind. Met behulp van dit onderzoek bepalen we of iemand de biologische vader van een kind is. Ze zoeken naar twee ongelijke genen. Zodat je goed kunt zien welk gen afkomstig is van de moeder en welk gen afkomstig is van de vader.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Als kinderen dezelfde vader hebben, hebben ze dan hetzelfde genotype? Leg je antwoord uit.

Slide 34 - Open question

Nee, de bevruchte eicellen zijn ontstaan uit verschillende zaadcellen en eicellen. De genotpen van de bevruchte eicellen zijn verschillend 
Welke tweeling is eeneiig?

Slide 35 - Open question

Tweeling B

Aan de slag!
Maken: thema 6.3 - geslachtelijke voortplanting 
timer
30:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Pauze
12.00 - 12.20

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

5e lesuur: NASK
12.30 - 13.15 uur


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken eindtoets hoofdstuk 4

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

6e lesuur: BEVO
13.15 - 14.30

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Morgen 
Tim, Wessel en Themoty morgen 8.30 uur tot 12.00 uur schol zelfstandig werken (instructie mevr. Willems)

Ilonka, Jelte en John stage! Succes 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 42 - Slide

This item has no instructions