Havo 5 nectar 10.2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Met hulp van gidsfossielen kunnen wetenschappers aardlagen dateren. Welke fossielen zijn het best te gebruiken als gidsfossielen?
A
Een fossiel dat alleen in een bepaald gebied voorkomt.
B
Een fossiel dat wijdverspreid voorkomt.
C
Een fossiel van een soort die gedurende lange tijd op aarde heeft geleefd.
D
Een fossiel van een soort die slechts een korte tijd voorkwam.

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN voorwaarde voor een gidsfossiel?
A
Het fossiel kwam in een bepaalde periode voor
B
Het fossiel kwam overal ter wereld voor
C
Het fossiel bevat C14
D
Het is bekend in welke periode het fossiel voorkwam

Slide 3 - Quiz

Een gevonden fossiel bevat 25% oorspronkelijke C14.
De halveringstijd van C14 is 5730 jaar.
Hoe oud is het fossiel?
A
5730 jaar
B
11460 jaar
C
17190 jaar
D
22920 jaar

Slide 4 - Quiz

Ouderdomsbepaling
C14 methode:

100% C14: 0 jaar
50% C14 (gehalveerd): 5730 jaar
25% C14 (nog een keer gehalveerd): 11460 jaar



Slide 5 - Slide

In een bepaald organisme is nog maar 6,25% C14 aanwezig. Hoe oud is dit fossiel?
A
5730 jaar
B
11460 jaar
C
17190 jaar
D
22920 jaar

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen 10.1

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 10.2

Slide 8 - Slide

Mutaties

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Genetische variatie
Genenpool: 
  • alle verschillende allelen in een populatie
  • verschilt per populatie
  • meer verschillende allelen zorgt voor grotere genetische variatie


Slide 11 - Slide

Selectie
Fitness: 
  • mate waarin eigenschappen bijdrage aan voortplantingssucces

Adaptatie:
  • populatie raakt aangepast aan een nieuwe situatie



Slide 12 - Slide

Seksuele selectie
Seksuele selectie
  • selectie op kenmerken die een groter voortplantingssucces opleveren (dus grotere fitness)
  • leveren niet bij aan overlevingskans





    Slide 13 - Slide

    Natuurlijke selectie

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Link

    Kunstmatige selectie

    • Selectie door de mens op eigenschappen
    • Zowel planten als dieren



    Slide 16 - Slide

    Kunstmatige selectie

    Slide 17 - Slide

    Genetic drift
    Genetic drift: 
    • allelfrequentie verandert door toeval, niet door selectie

    • staat los van fitness

    Slide 18 - Slide

    Waarvan is de foto hiernaast een voorbeeld?
    A
    Populatie
    B
    Seksuele selectie
    C
    Genetic drift
    D
    Een walrus

    Slide 19 - Quiz

    Wat is genetic drift?
    A
    Invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
    B
    Organismen best aangepast aan hun omgeving geven genen door
    C
    Verschijnsel dat in kleine populaties door toeval grote verschuivingen in allel frequenties optreden 
    D
    Het ontstaan van meerdere soorten door geografische scheiding

    Slide 20 - Quiz

    Heeft genetic drift meer invloed op een grote of een kleine populatie?
    A
    Grote populatie
    B
    Kleine populatie
    C
    Maakt niet uit

    Slide 21 - Quiz

    Wat is natuurlijke selectie?
    A
    De sterkste overleven
    B
    De grootste overleven
    C
    De best aangepaste overleven
    D
    De snelste overleven

    Slide 22 - Quiz

    Leerdoelen 10.2

    Slide 23 - Slide


    • Lezen paragraaf 10.3 (5 min!)
    • Maken 10.2: opdracht 16, 17, 21 t/m 23, 26
    Huiswerk

    Slide 24 - Slide