Kofschip 2 Nederlands

TaXi - KoFSCHiP

1 / 10

Slide 1: Slide

NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

TaXi - KoFSCHiP

Slide 1 - Slide

Lesdoel:

- Aan het eind van de les weet ik wanneer een werkwoord op de(n) of te(n) eindigt in de verleden tijd.

Slide 2 - Slide

TaXi - KoFSCHiP

Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de medeklinkers uit:

TaXi - KoFSCHiP

Vervoeg je met te of ten in de verleden tijd

Slide 3 - Slide

Zwakke en Sterke werkwoorden

ZWAK STERK

Klank verandert NIET Klank verandert WEL

Pakken - Voelen Ruiken

Pakte - Voelde Rook

Gepakt - Gevoeld Geroken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In deze les

- Opdrachten 12, 13, 14, 15 en 16

Pagina 121 t/m 125

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht 13

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

- Wat is het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

- Wanneer eindigt een werkwoord in de verleden tijd op de(n) of een te(n)?

Slide 10 - Slide

Kofschip 2 Nederlands

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

More lessons like this

Kofschip Nederlands

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

Nederlands 16/09

Nederlands 13/09

3.2 Verleden tijd

Spelling persoonsvorm in de vt

Werkwoordspelling 1vwo pv vt zwakke werkwoorden

My lesson template