cours 4 13 10

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BONJOUR! V3B

BIENVENUE

Slide 2 - Slide

vocabulaire E + F n-f f-n (blauwe deel f-n) (goed leren, niet veel tijd meer om te herhalen!) schrijvend leren!



faire exercices:
bloc E - 20, 21
bloc F - 23 t/m 25
(alles is af!! controle!





Slide 3 - Slide

Programme pour vendredi
13 octobre
- révision voc E + F
- correction exercices bloc F
- grammaire bloc H
- PC bloc G

Slide 4 - Slide

Mijn beste vriendin is grappig

Slide 5 - Open question

Zij heeft gesport en zij is tevreden

Slide 6 - Open question

Correction
correction exercices: 
  • bloc E - 20, 21
  • bloc F - 23 t/m 25

Slide 7 - Slide

Bloc F
Informatie uit korte teksten

Slide 8 - Slide

Au travail
faire exercices: 
  • 29 A, C, 
  • 30 B, C

Slide 9 - Slide

Prenez vos cahiers!


et deux stylos d'une autre couleur

Slide 10 - Slide

bloc H
verbes sur - re

Slide 11 - Slide

bloc H
verbes sur - er

Slide 12 - Slide

Verbes réguliers sur - re (présent)


vendre (verkopen), attendre (wachten), répondre (antwoorden)
Vervoegen : je, tu , il,    etc -> stam
  • re - eraf!
  • stam: vend, attend, répond
  • uitgangen erachter
  • je- s, tu- s, il/elle/on -, nous- ons, vous- ez, ils/elles- ent


Slide 13 - Slide

PRÉSENT
vendre

je vend s
tu vend s
il/elle/on vend
nous vend ons
vous vend ez
ils/elles vend ent
ONVOLT. TEGENW. TIJD
verkopen

ik verkoop
jij verkoopt
hij/zij/men verkoopt
wij verkopen
jullie verkopen/u verkoopt
zij verkopen

Slide 14 - Slide

PRÉSENT
vendre

je vend s
tu vend s
il/elle/on vend
nous vend ons
vous vend ez
ils/elles vend ent
O.T.T. ONVOLT TEGENW TIJD
verkopen

ik verkoop
jij verkoopt
hij/zij/men verkoopt
wij verkopen
jullie verkopen/u verkoopt
zij verkopen

Slide 15 - Slide

Verbes réguliers sur - re (passé composé)


vendre (verkopen), attendre (wachten), répondre (antwoorden)
 twee delen:
  • vorm van verbe "avoir"= hebben --> j'ai, tu as ...etc
  • voltooid deelwoord = verkocht = vend u

Slide 16 - Slide

PASSÉ COMPOSÉ 
J'ai vend u
tu as vend u
il/elle/on a vend u
nous avons vend u
vous avez vend u
ils/elles ont vend u
VOLTOOID TEGENW. TIJD
ik heb verkocht
jij hebt verkocht
hij/zij/men heeft verkocht
wij hebben verkocht
jullie/u hebben verkocht
zij hebben verkocht

Slide 17 - Slide

répondre: tu
attendre: je

Slide 18 - Open question

perdre: ils
vendre: elle

Slide 19 - Open question

Passé composé: vertaal
wij hebben geantwoord

Slide 20 - Open question

Au travail
exercices: 
  • 29 A, C
  • 30 B, C
  •  ex. page 47

Slide 21 - Slide

Phrases clés
Bloc G 
pages 50 et 26

répète- moi!

Slide 22 - Slide

retour réflexif
vendre  -  je
répondre - il
perdre - vous

Slide 23 - Slide

retour réflexif

Correction
vendre  -  je  vends
répondre - il  répond
perdre - vous perdez

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

au travail
exercices:

Slide 27 - Slide