What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 1 Schaarste
Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee
Slide 1 - Quiz
Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezuinigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde
Slide 2 - Quiz
Schaarse goederen kosten geld (of hebben een waarde)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Behoeften verdeel je in
A
Primaire en basis behoeften
B
Primaire en secundaire behoeften
C
Luxe en secundaire behoeften
Slide 4 - Quiz
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 5 - Quiz
Wanneer neemt mijn koopkracht toe?
A
Inkomen +5% en prijzen +7%
B
Inkomen -3% en prijzen +1%
C
Inkomen +2% en prijzen +1%
D
Inkomen +1% en prijzen +1%
Slide 6 - Quiz
Door de inflatie kan ik...
A
minder producten kopen
B
meer producten kopen
C
hetzelfde kopen als eerst
D
niets meer kopen
Slide 7 - Quiz
Bij deflatie neemt de vraag naar goederen en diensten af
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Ik gebruik mijn geld grotendeels voor
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften
Slide 9 - Quiz
Een budgetlijn kan naar rechts verschuiven als:
A
Het budget van de consument daalt.
B
Er meer geproduceerd wordt
C
De consument meer chips koopt
D
De consument de loterij wint.
Slide 10 - Quiz
Als M=17 en chips € 0,75 kost wat is
dan de formule van deze budgetlijn?
A
M= 0,75X + 1Y
B
M= 17X + 22,5Y
C
M= X+0,75Y
D
M= 22,5X + 17Y
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurd er met de budgetlijn als je inkomen stijgt?
A
Deze verschuift naar rechts
B
Deze verschuift naar links
Slide 12 - Quiz
Als er inflatie(stijgend prijspeil) is wat zal er dan met de budgetlijn gebeuren?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Blijft gelijk
Slide 13 - Quiz
Een Budgetlijn verschuift naar links als:
A
Het budget van de consument daalt.
B
Er meer geproduceerd wordt.
C
De consument meer van een product koopt
D
De consument de loterij wint.
Slide 14 - Quiz
De functies van geld zijn:
A
Rekenmiddel
B
Spaarmiddel
C
Ruilmiddel
D
Betaalmiddel
Slide 15 - Quiz
Als de arbeidsproductiviteit stijgt dan
A
dalen de variabele kosten per product.
B
stijgen de variabele kosten per product.
C
dalen de vaste kosten per product.
D
stijgen de vaste kosten per product.
Slide 16 - Quiz
Als je geld pint, dan wordt chartaal geld giraal geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
De intrinsieke waarde van geld is hoger dan de nominale waarde van geld.
A
Waar
B
Onwaar
Slide 18 - Quiz
Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
1.3 De prijzen rijzen de pan uit!
August 2018
- Lesson with
41 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Koopkracht & inflatie
January 2019
- Lesson with
20 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Economie voor vmbo
Quiz Crisis
September 2024
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling Crisis + uitleg
November 2022
- Lesson with
34 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
oefen quiz SE 1 (vragers en aanbieders H1 + crisis)
November 2022
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1 Schaarste & Ruilen tussentoets
October 2023
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 5 Nominaal en reeel
September 2022
- Lesson with
48 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H1.4 Wordt alles duurder
September 2022
- Lesson with
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3