bez vnw en vervoegen werkwoord

1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

zwakke werkwoorden op d/t
- hoe vervoeg je de zwakke werkwoorden
- hoe vervoeg je zwakke werkwoorden op d/t

Slide 2 - Slide

Zwakke werkwoorden 

Slide 3 - Slide

Ezelsbruggetje zwakke werkwoorden
als je de uitgangen van de werkwoorden achter elkaar zet, krijg je het woord esttenten.  

Slide 4 - Slide

 Stam op d-t -s-z of ß
 Textbuch S.16

Slide 5 - Slide

Zwak werkwoord stam eindigend op -t/-d
voltooid deelwoord zwakke werkwoorden

Slide 6 - Slide

wohnen
ihr....
A
wohnst
B
wohnt
C
wohnest
D
wohnet

Slide 7 - Quiz

bleiben
du .....

Slide 8 - Open question

kosten
es ......

Slide 9 - Open question

finden
er .....

Slide 10 - Open question

arbeiten
du .....
A
arbeitet
B
arbeitest
C
arbeitst
D
arbeiteste

Slide 11 - Quiz

Zwakke werkwoorden op -t/-d in de stam zijn...
A
makkelijk
B
moeilijk
C
redelijk te doen
D
abracadabra

Slide 12 - Quiz

Möchten = zou graag willen

ich möchte
du möchtest
er/sie/es möchte
wir möchten
ihr möchtet
sie/Sie möchten

Slide 13 - Slide

... du noch eine Cola?
A
möchtst
B
möchtest
C
mochtest
D
mochtst

Slide 14 - Quiz

zou graag willen:
wir ... noch ins Kino.

Slide 15 - Open question

möchten
wieso ... ihr nicht mit ins Kino?

Slide 16 - Open question

zou graag willen:
Er ... noch ein Dessert.

Slide 17 - Open question

 het bezittelijk voornaamwoord
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 18 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie

Slide 19 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein
B
ihr
C
mein
D
dein

Slide 20 - Quiz

(zijn) Vater
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 21 - Open question

(mijn) Mutter
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 22 - Open question

(jouw) Schule (v)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 23 - Open question

(onze) Zimmer (o)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 24 - Open question

(jullie) Bücher (mv)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 25 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord 

Slide 26 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 27 - Slide

Alle maanden worden met een hoofdletter geschreven.
Alle maanden hebben de der vorm.

Slide 28 - Slide

Welke maanden schrijf je hetzelfde als in het Nederlands? (buiten de hoofdletter)

Slide 29 - Open question

Maanden en datum
maanden zijn mannelijk

im
in welke maand er iets gebeurd
am
op welke datum iets gebeurd
der Januar
der Juli
der Februar
der August
der März
der September
der April
der Oktober
der Mai
der November
der Juni
der Dezember

Slide 30 - Slide