Laagland module 1: tekst en lezer, fictie en literatuur

Laagland boek A module 1
tekst en lezer
pulptest
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Laagland boek A module 1
tekst en lezer
pulptest

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke twee fragmenten
zijn pulp?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Fictie en non-fictie
Fictie - een verzonnen verhaal.
Non-fictie - een niet verzonnen verhaal.


Tijdschriftartikel = non-fictie.
Stripverhaal = fictie.

Slide 5 - Slide

Fictie of non-fictie?

Gebruiksaanwijzing
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 6 - Quiz

Fictie of non-fictie?

Televisieserie
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz

Fictie of non-fictie?

Documentaire
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz

Fictie of non-fictie?

Tekst op Wikipedia.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz

Fictie of non-fictie?

Musical
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz

Foregrounding = nadruk op taalgebruik
een taaluiting valt op omdat deze afwijkt van wat 'normaal' is.
Vormen van taalgebruik die foregrounding kunnen bewerkstelligen:
  • --> Stijlfiguren (bewuste afwijkingen van normaal taalgebruik)
  • --> Beeldspraak (figuurlijk taalgebruik)

“Waar een half jaar geleden nog een biljartzaal was met zes van die groene weilanden op bruine balpoten, een beetje geheimzinnig onder laaghangende stalen lampenkappen, staat nu een podium volgestouwd met geluidsapparatuur en microfoons.”

Slide 11 - Slide

hoofdgenres
proza
poëzie
toneel
epiek
lyriek
dramatiek
genres
roman
tragedie
novelle
komedie
verhaal
subgenres
sprookjes
limerick
musical
oorlogromans
haiku
opera
liefdesverhalen
ode
operette
detectives
lied
cabaret

Slide 12 - Slide