Laatste les voor ST3

Deze les 
-Oefenen met jaartallen, begrippen en Kenmerkende Aspecten
- tijd over? zelf aan de slag met het maken van de examenvragen over het Britse Rijk  of maken samenvatting

1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les 
-Oefenen met jaartallen, begrippen en Kenmerkende Aspecten
- tijd over? zelf aan de slag met het maken van de examenvragen over het Britse Rijk  of maken samenvatting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk jaartal?
Kinderwetje van Van Houten
A
1874
B
1889
C
1901
D
1917

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Het kinderwetje van Van Houten gaat over?
A
Leerplicht
B
Toeslagen voor ouder met kinderen
C
Verbod op kinderarbeid
D
Dat je maar 2 kinderen mocht krijgen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Willem I, werd koning van Nederland in

A
1810
B
1812
C
1811
D
1813

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waarom geeft Willem II zijn macht op?
A
Zijn vrouw wil niet meer dat hij koning is
B
Hij is te oud om te regeren
C
Hij is bang voor revoluties
D
Zijn zoon Willem dwingt hem

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is Willem II bekend?
A
Hij werd in één nacht van conservatief liberaal
B
Hij was zowel conservatief als liberaal
C
Hij was zijn hele leven een liberaal
D
Hij was zijn hele leven een conservatief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer was Willem II aan de macht?
A
1840-1849
B
1840-1850
C
1920-1976

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was Thorbecke tegen het algemeen kiesrecht?
omdat Thorbecke....
A
vrouwen minderwaardig vond
B
dacht dat burgerij zelf voordeel wilde halen
C
dacht dat niet iedereen slim genoeg was
D
bang was voor heerschappij van het gepeupel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven.

Thorbecke was :
A
Liberaal
B
Conservatief
C
Confessioneel
D
Socialist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

België wilde zich afscheiden van Nederland.
Welke reden hiervoor klopt niet?
A
De taal was anders
B
De Belgen waren katholiek. De Nederlanders waren protestant
C
De Belgen vonden dat de koning de Nederlanders voortrok
D
De Belgen geloofden niet in een land met een koning (monarchie)

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was koning Willem III niet blij met de grondwet van 1848?
A
Hij was kwaad dat de koning minder macht had
B
Hij was tegen de vrijheid van godsdienst
C
Hij was tegen het censuskiesrecht
D
Hij wilde graag meer macht naar het parlement

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De ARP is een...
A
liberale partij
B
socialistische partij
C
protestante partij
D
katholieke partij

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wie was de leider van de ARP?

A
Kuyper
B
Schaepman
C
Drucker
D
Troelstra

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer kwam de leerplichtwet?
A
1901
B
1903
C
1902
D
1904

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer werd vrouwenkiesrecht ingevoerd?
A
1917
B
1919
C
1909
D
1907

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak over de verzuiling
is niet waar?

De verzuiling ...
A
ontstond door de media
B
ontstond in 1917 door de schoolstrijd
C
bestond voornamelijk uit eigen organisaties
D
gaf duidelijkheid

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

PvdA
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionalisme
D
communisme

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Rooms-rode coalities zijn politieke samenwerkingen tussen:
A
Katholieke Volkspartij (KVP) en de Liberalen (VVD)
B
Liberalen (VVD) en Partij van de Arbeid (PvdA)
C
Katholieke Volkspartij (KVP) en de Partij van de arbeid (PvdA)

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke zuilen zaten in de politieke Rooms Rode coalitie?
A
Katholieken en protestanten
B
Katholieken en socialisten
C
Socialisten en protestanten
D
Socialisten en liberalen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wie was de minister president van de Rooms Rode coalities?
A
Drees
B
Lubbers
C
Beel
D
Van Agt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

CDA
Christen Democratisch
Apel
A
Liberalisme
B
Confessioneel
C
Socialistisch

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom werd het CDA opgericht in 1980?
A
De christelijken nog geen politieke partij hadden
B
De KVP andere gedachten kreeg
C
De confessionelen geen meerderheid meer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In de jaren zestig ontstond er in Nederland een jongerencultuur. Waardoor ontstond deze
jongerencultuur?
A
Door de komst van gastarbeiders: autochtone jongeren wilden een eigen identiteit ontplooien.
B
Door het harmoniemodel: jongeren zochten naar duidelijke keuzes in plaats van compromissen.
C
Door de armoede na de oorlog: jongeren uit arme gezinnen zochten nieuwe vormen van vermaak.
D
Door de welvaart: jongeren kregen geld en vrije tijd om zich persoonlijk te ontwikkelen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke
jongerencultuur
is dit?
A
Nozems
B
Provos
C
Hippies
D
Hipsters

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wie of wat was ‘Dolle Mina’?
A
Een pop uit de Nederlandse kinderserie ‘De Fabeltjeskrant’.
B
Een groep Nederlandse feministen in de jaren 1970.
C
De eerste Nederlandse girlband in de jaren 1960.
D
De bijnaam van de soms wat impulsieve koningin Wilhelmina.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

moord op Pim Fortuyn
A
2001
B
2002
C
2002
D
2003

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk KA past bij de afbeelding?
A
Begin Europese expansie
B
Reformatie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk KA past de Beeldenstorm?
A
Reformatie
B
Begin Europese expansie
C
Renaissance

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Willem van Oranje
A
Reformatie
B
Absolutisme
C
De opkomst van een wereldeconomie
D
De Nederlandse Opstand

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk KA past dit bouwwerk?
A
Heroriëntatie op de Klassieke Oudheid
B
Absolutisme
C
Reformatie
D
De opkomst van een wereldeconomie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel Britse koloniën werden er gesticht in Amerika, in de 17e eeuw?
A
6
B
13
C
23
D
50

Slide 31 - Quiz

Verder vragen over de vorige les?
Welke bewering is niet juist? De koloniën in het Britse Rijk speelden een belangrijke rol omdat
A
De koloniën veel grondstoffen leverden aan de Britse industrie
B
De Engelse taal over de wereld verspreid werd
C
De winsten uit de koloniën werden geïnvesteerd in de Engelse industrie
D
De koloniën vormden een grote afzetmarkt voor de Engelse producten

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waar lagen de Amerikaanse koloniën die zich gingen afscheiden van de Britse koning?
A
Aan de Westkust
B
Aan de Oostkust
C
In het oostelijke binnenland
D
In het westelijke binnenland

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer riepen de Britse koloniën de Amerikaanse onafhankelijkheid uit?
A
4 juli 1775
B
4 juli 1776
C
6 juli 1774
D
6 juli 1777

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

De jaartallen van de deelcontext 'India...' zijn:
A
1785 - 1865
B
1765 - 1885
C
1776 - 1881
D
1685 - 1765

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

India was een
A
vestigingskolonie van Groot - Brittannië
B
een exploitatiekolonie van Groot - Brittannië

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wie waren de heersers over India voor de Britten ?
A
De Hollanders
B
De Mogols
C
De VOC
D
De Portugezen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de wet die zorgt voor de betere werkomstandigheden in Groot-Brittannië?
A
Reform Bill
B
Factory Act
C
Kiesrechtwet
D
Labour Act

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Bij de Reform Bill (1832)
A
Kregen arbeiders betere werkomstandigheden
B
Kregen steden meer vertegenwoordiging
C
Werden vakbonden verboden
D
Werd de graanbelasting afgeschaft

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurde eerder?
A
Factory Act
B
Reform Bill

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat hield de Reform Bill in?
A
hervorming
B
recht om te staken
C
herzien van kiessysteem
D
sociale wetgeving

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Deze les 
-Oefenen met jaartallen, begrippen en Kenmerkende Aspecten
- zelf aan de slag met het maken van de examenvragen of maken samenvatting

Slide 42 - Slide

This item has no instructions