Portfolio-opdracht 3: schrijven in dialoog

Portfolio-opdracht 3
Schrijven in dialoog
Thema's in de literatuur

Vijf lessen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 250 min

Items in this lesson

Portfolio-opdracht 3
Schrijven in dialoog
Thema's in de literatuur

Vijf lessen

Slide 1 - Slide

Portfolio-opdracht 3
  • De komende vijf lessen werk je aan portfolio-opdracht 3
  • Wat je niet afkrijgt in de les, rond je zelfstandig thuis af en je zorgt ervoor dat je het voor de volgende les af hebt. 
  • Actieve deelname aan de lessen is vereist!

Doelen:
  • Oefenen van de mondelinge taalvaardigheid in een dialoog
  • Het schrijven van een tekst met eigen gerechtvaardigde (beargumenteerde) interpretaties van de romanfragmenten door de gegevens uit de fragmenten bij elkaar te brengen
  • Het voorzien van tekstuele feedback op andermans tekst waarbij de leesvaardigheid wordt geoefend

Slide 2 - Slide

Vandaag: les 1
Vandaag ga je zelfstandig aan de slag:
  • Oriënteer je op een thema
  • Binnen dat thema lees je drie romanfragmenten
  • Je noteert je lezersvragen die bij je opkomen tijdens het lezen. 
  • Vijf minuten voor het einde van de les noteer je de meest prangende vragen die je hebt na het lezen van je romanfragmenten
  • En lever je het werkblad bij de docent in

Benodigdheden:
  • Werkblad, laptop waarop je de romanfragmenten kunt lezen, pen
  • ELO: hier vind je de link naar de website pratenoverromanfragmenten.nl, de themalijst

Slide 3 - Slide

Mogelijke lezersvragen
Waarom?
Hoe?
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Hoezo? Hoe dan? 


Laatste vijf minuten: twee meest prangende vragen noteren + werkblad inleveren bij de docent

Slide 4 - Slide

Portfolio-opdracht 3
LES 2: 
Nog even vijf minuten om de vragen van les 1 verder in te vullen op het werkblad.
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Portfolio-opdracht 3
LES 2: 
Overeenkomsten en verschillen opmerken

Slide 6 - Slide

Ga op de juiste plek zitten
De docent leest de groepen voor en deelt het werkblad uit

  1. Bespreek de twee prangende vragen (die je hebt genoteerd aan het einde van de vorige les) met het groepje en bespreek met elkaar mogelijke antwoorden.
timer
8:00

Slide 7 - Slide

Volgende deelopdracht
  • 2. Welke overeenkomsten en verschillen zie je tussen de drie fragmenten binnen je gekozen thema? Noteer ze op Post-its.

    Denk daarbij aan personages uit verschillende fragmenten die in eenzelfde situatie verkeren, maar het ene personage is heel sympathiek en het andere juist niet. Of verschillende fragmenten spelen zich af tegen een vergelijkbare (historische) achtergrond, maar doordat die vanuit een ander perspectief is beschreven, krijg je als lezer een heel ander beeld van die achtergrond. 
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Volgende deelopdracht
  • 3. Bedenk hamvragen met je groepje voor alle drie de fragmenten

    Denk aan een vraag als
    - "Zijn de problemen van ongewone gezinnen in boeken met dit thema realistisch (beschreven)?"
    - "Wat maakt dat je je wél kunt/wilt inleven in de ene hoofdpersoon en niet in de andere?"
timer
5:00
Hamvragen zijn vragen die de kern van het verhaal raakten, waar je wat langer over kon nadenken, waarop meer dan één antwoord
mogelijk was en/of die uitnodigden tot discussie (in tegenstelling tot eenvoudige opzoekvragen, vragen naar woordbetekenissen enz.).

Slide 9 - Slide

Volgende deelopdracht
  • 4. Noteer de meest opvallende, verrassende, onbegrijpelijke, etc. verhaalelementen in steekwoorden op losse Post-its (één kleur per verhaal en één element per Post-it). 


timer
8:00

Slide 10 - Slide

Volgende deelopdracht
  • 5. Denk terug aan alle elementen van deze les; de mogelijke antwoorden, de mogelijke hamvragen, de beschreven Post-its en observaties en bespreek deze. 
  • Welke hamvraag kun je formuleren? Welke diepere vraag kun je onderbouwen met de drie fragmenten?

Probeer steeds de informatie uit alle drie de verhaalfragmenten met elkaar en met de vraag in verband te brengen.

--> Aan het einde van de les zorg je ervoor dat de Post-its goed geordend zijn, de hamvraag genoteerd is op het werkblad en dat het werkblad weer ingeleverd is bij de docent. 


timer
15:00

Slide 11 - Slide

Les 3 en 4
  • In deze les schrijf je individueel een tekst waarin je het thema, de romanfragmenten en de hamvraag introduceert. 
  • Vervolgens werk je mogelijke antwoorden op de hamvraag uit. 
  • Ten slotte kies je een definitief antwoord en rechtvaardig je de keuze voor dit antwoord. 
  • Je gebruikt hierbij uit alle drie de verhaalhaalfragmenten gegevens die een ondersteuning vormen van je antwoorden daarbij zo concreet mogelijk zijn. Dus niet: die ene man uit dat verhaal over vroeger... , maar: Frits van Egters uit "De Avonden"...

Slide 12 - Slide

Les 3 en 4
  • Schrijf vijf alinea’s met een duidelijke structuur: 
inleiding (1x)-kern (3x)-slot (1x). 
  • In de inleiding introduceer je de drie verhaalfragmenten en de hamvraag. Je lezers kennen de inhoud van de fragmenten niet.
  • In de kern besteed je aandacht aan de gegevens uit de verhaalfragmenten die mogelijke antwoorden zijn op de hamvraag.
  • Geef in het slot je definitieve antwoord op de hamvraag.

Slide 13 - Slide

Les 3 en 4

  • Schrijf een tekst tussen de 600 en 900 woorden, inclusief citaten en titel.
  • Zet een passende (vragende) titel boven de tekst. Maak de titel niet exact hetzelfde als je hamvraag. 

  • Maak de opdracht in WORD en lever hem in via de ELO.
  • Deadline zet de docent op tijd in Magister.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld van een eerste versie 

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
  • Schrijf vijf alinea’s met een duidelijke structuur (inleiding 1x - kern 3x -slot 1x). 
  • In de inleiding introduceer je de drie verhaalfragmenten en de hamvraag. Je lezers kennen de inhoud van de fragmenten niet.
  • In de kern besteed je aandacht aan de gegevens uit de verhaalfragmenten die mogelijke antwoorden zijn op de hamvraag.
  • Geef in het slot je definitieve antwoord op de hamvraag en de rechtvaardiging van je keuze.
  • Schrijf een tekst tussen de 600 en 900 woorden, inclusief citaten en titel.
  • Zet een passende titel boven de tekst.
  • Zet je eigen naam en klas onder de tekst.
Je hebt na vandaag nog een les de tijd voor de tekst. Dinsdag via ELO inleveren - bij opdrachten.

Slide 16 - Slide

Les 5 - feedback geven
  • Groepjes van vier leerlingen maken (Magister toont de groepjes).
  • Lees de tekst van een van je groepsgenoten en vul serieus het feedbackformulier in. 
  • Schuif de tekst (ZONDER jouw ingevulde feedbackformulier) door naar de leerling naast jou.
  • Bolletje twee en drie herhaal je nog twee keer. Je hebt dan drie teksten gelezen en drie keer feedback gegeven.
  • Geef de eigenaar de eigen tekst + feedbackformulieren terug.
  • Lees alles door en maak les 5 in je 'post-it-reader'.

Slide 17 - Slide