B ~ Week 2 _ 1.1 Getallen, grootheden en eenheden & 1.2 Lengte


1.1 
Getallen, grootheden en eenheden
NU REKENEN
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


1.1 
Getallen, grootheden en eenheden
NU REKENEN

Slide 1 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden
1.2 Lengte
1.3 Gewicht
1.5 Tijd
1.6 Refentie maten
1.7 Vuistregels en formules
Grootheden en eenheden

Hoofdstuk 1 Nu rekenen 3e editie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.1
  • Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving
  • Je herkent een grootheid en gebruikt een passende eenheid om de waarde uit te drukken.
  • Je leert lengtematen omrekenen
  • Je kent de verschillende lengtematen

Slide 3 - Slide

1:Wat zijn getallen? 

Geef 3 voorbeelden van het gebruik van getallen in het dagelijks leven. Kies 3 echt verschillende dingen. 

Slide 4 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 5 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 6 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden
12 september 2024

Slide 7 - Slide

10 van 10 euro geeft een geldbedrag aan
De A44 geeft een weg aan
12 september, de 12 geeft de datum/ dag aan
etc. 
Getallen kom je overal tegen in het dagelijks leven en hebben niet altijd iets met rekenen te maken. 

Slide 8 - Slide

2: Wat zijn grootheden?
Een grootheid is iets wat je kunt meten.
Noem 3 voorbeelden van grootheden.

Slide 9 - Slide

Een grootheid is iets wat je kunt meten.
Noem 3 voorbeelden van grootheden.
Een grootheid is iets wat je kunt meten.

Voorbeelden van grootheden zijn:
lengte, gewicht, tijd, inhoud, geld etc.

Een grootheid is iets wat je kunt meten. 

Slide 10 - Slide

3: Eenheden
Een eenheid is waar je grootheden in meet.
Een eenheid is dus eigenlijk een kleiner onderdeel van een grootheid. Je hebt meestal een meetinstrument nodig om een eenheid te bepalen. 
Kun je met deze informatie een voorbeeld van een eenheid opnoemen?

Slide 11 - Slide

Een eenheid is waar je grootheden in meet.
Een eenheid is dus eigenlijk een kleiner onderdeel van een grootheid. Je hebt meestal een meetinstrument nodig om een eenheid te bepalen.
Kun je met deze informatie een voorbeeld van een eenheid opnoemen?
meter, kilogram, minuten, graden, liter etc. 
Een eenheid is dus eigenlijk een kleiner onderdeel van een grootheid. 
Grootheid= lengte   --> eenheid = meter, centimeter .....

Slide 12 - Slide

Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

1.1 Getallen

6987167243805431
grootste getal
98805431
Streep 8 van de 16 cijfers weg en maak een zo groot mogelijk getal zonder de cijfers te verplaatsen.

Slide 16 - Slide

We hebben het gehad over:
getallen
grootheden
eenheden
meetinstrumenten

We weten nu wat de termen betekenen en kunnen reken opgaven die hier over gaan maken. 

Slide 17 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 18 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 19 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 20 - Slide

1.1 Getallen, grootheden en eenheden

Slide 21 - Slide

Leerdoelen 1.2
  • Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving
  • Je herkent een grootheid en gebruikt een passende eenheid om de waarde uit te drukken.
  • Je leert lengtematen omrekenen
  • Je kent de verschillende lengtematen

Slide 22 - Slide

1.2 Lengte 
  • 10000 decimeter = 1 : 10 :10 = 100 decameter (2 stappen dus 2 nullen eraf)
  • 250 centimeter = 250 : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 = 0,0025 km ( 5 stappen dus 5 nullen eraf)
  • 100 centimeter = 100 : 10 : 10 = 1 meter (2 stappen dus 2 nullen eraf)

Slide 23 - Slide

1.2 lengte

Slide 24 - Slide

De eenheid van lengte is ............
A
vierkante meter (m(2))
B
kubieke meter (m(3))
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

1.2 lengte

Slide 28 - Slide

Huiswerk

  1. Maak de opdrachten van 1.1 online of in het boek.
  2. Maak de opdrachten van 1.2 online of in het boek.


Slide 29 - Slide