Fagocytose en antigeenpresentatie

Terminologie
  • Antigeen = Een molecuul dat in staat is een reactie van het afweersysteem op te wekken = lichaamsvreemde stof (meestal eiwit)
  •  Pathogeen = ziekteverwekker


  • Antigen in het Engels 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
MicrobiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Terminologie
  • Antigeen = Een molecuul dat in staat is een reactie van het afweersysteem op te wekken = lichaamsvreemde stof (meestal eiwit)
  •  Pathogeen = ziekteverwekker


  • Antigen in het Engels 

Slide 1 - Slide

Terminologie
  • Antistof/antilichaam
  • Is een eiwit wat geproduceerd wordt als reactie op een antigeen. Bindt heel specifiek aan dit antigeen
  • Worden gemaakt door plasmacellen als reactie op infectie of immunisatie (vaccinatie)
  • Na binden van antilichaam aan antigeen wordt het geheel opgenomen door fagocyten en vernietigd

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tweede afweerlinie
Stel:  Je loopt op blote voeten door het huis en je krijgt een splinter in je teen. 
De eerste afweerlinie (huid) is nu doorbroken.
Wat gebeurt er nu?

Slide 4 - Slide

Fagocytose
Fagocyten (type witte bloedcel) doen aan fagocytose.
Vertaling Grieks: opeten/verslinden van de cel.
  • Vernietigen ziekteverwekkers door ze in te sluiten.
  • De fagocyten bevat lysosomen: Blaasjes met verteringsenzymen.
  • Aangeboren afweer en niet specifiek.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ontsteking
Het geïnfecteerde gebied wordt rood, warm en gezwollen. 
Toename bloedtoevoer voor meer fagocyten.

Wat is pus?

  • Alle dode witte bloedcellen met afgebroken ziekteverwekkers en vuil.

Slide 7 - Slide

Natural-killer cellen
  • Apoptose= geprogrammeerde celdood
  • Controleren lichaamscellen op bepaalde eiwitten op het celmembraan. Klopt iets niet? Vernietigen.

  • Op deze manier b.v. virussen en kankercellen afbreken voordat we er ziek van worden.

Slide 8 - Slide

Perforine: Porievorming
Granzyme: Zet apoptose in gang

Slide 9 - Slide

Koorts
Verhoging van lichaamstemperatuur (normaal tussen 35,5-37,5 graden Celsius).
Heeft als voordeel dat sommige chemische reacties sneller verlopen bij een hogere temperatuur. 
Ook kan het een minder optimale temperatuur zijn voor bacteriën om zich te vermenigvuldigen.

Slide 10 - Slide

3e afweerlinie
  1. Specifiek--> voor elk ziekteverwekker een andere receptor die het herkent.
  2. Geheugen -->Aanmaak geheugencellen voor infectie in de toekomst. Het verworven afweersysteem reageert veel sterker en sneller dan de eerste keer.

Slide 11 - Slide

Receptoren zijn verschillend per ziekteverwekker

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

B-lymfocyten en T-lymfocyten 
  • Typen witte bloedcellen
  • Herkennen ziekteverwekkers aan de antigenen op de celmembraan met behulp van herkenningseiwitten genaamd receptoren.
  • Wanneer ze contact maken met een ziekteverwekker gaan ze zich delen.

Slide 14 - Slide

1. Plasmacellen 
  • Plasmacellen maken zo veel mogelijk antistoffen/ antilichamen.
  • Zij binden aan de antigenen van de ziekteverwekkers en daardoor zijn ze makkelijk te herkennen voor fagocyten.

Slide 15 - Slide

1. Antistof/-lichamen en ziekteverwekkers los in bloed
2. Binding in verschillende formaties
3. Macrofaag komt er aan en bindt aan antistof/-lichaam
4. Afgebroken d.m.v. fagocytose
1. zvw met antilichamen
2. binden in verschillende formaties
3. kan niet meer binden aan lichaamscellen
4. verteerd door macrofaag

Slide 16 - Slide

2. Geheugencellen
  • Zorgen voor snellere en betere reactie bij een volgende infectie.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video