§2.6 Gesteentekringloop

2.6 De gesteentekringloop


H2 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
H5
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.6 De gesteentekringloop


H2 Endogene en Exogene processen
Domein Aarde
H5

Slide 1 - Slide

Gesteentekringloop
  1. van gebergte tot sediment tot gebergte
  2. van magma tot basalt tot magma

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Je kent de drie groepen gesteenten met de bekendste voorbeelden uit iedere groep. 
  • Je begrijpt hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan. 
  • Je begrijpt hoe de gesteentekringloop werkt als gevolg van de inwerking van endogene en exogene processen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Gesteente groepen
  1. Stollingsgesteente
  2. Sedimentgesteente
  3. Metamorf gesteente

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Beoordeel de volgende stellingen:
I. De gesteentekringloop heeft alleen te maken met endogene processen.
II. De Nederlandse ondergrond bestaat voornamelijk uit sedimentgesteente
A
I is juist; II is onjuist
B
I is onjuist; II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 8 - Quiz

Ontstaan
Sedimentgesteente:
  • Sediment wordt afgezet door de rivier
  • Sediment plakt onder druk aan elkaar
  • Druk van bovenliggende sedimentpakketen


Slide 9 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Sedimentgesteente:
  • Gelaagd
  • Vaak met fossielen
  • Oorspronkelijke sedimentdeeltjes kunnen zichtbaar zijn

Voorbeeld: 

Slide 10 - Slide

Sedimentgesteente
Sedimentgesteente ontstaat als sediment samengeperst wordt van losse korrels tot een vast gesteente
bv. zandsteen en schalie


Slide 11 - Slide

Wat is geen Sedimentgesteente?
A
Zandsteen
B
Graniet
C
Schalie
D
Kalksteen

Slide 12 - Quiz

Ontstaan
Stollingsgesteente:



  • Magma / lava stolt 
  • Basalt buiten de vulkaan
  • Graniet binnen in de aardkorst  (intrusief)


Slide 13 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Stollingsgesteente:



  • Geen gelaagdheid
  • Geen fossielen
  • Mineralen zijn zichtbaar als aparte kristallen

Slide 14 - Slide

Leg in 3 stappen uit hoe graniet ontstaat. Gebruik in je antwoord de term 'subductie'.

Slide 15 - Open question

Gesteentes: Stollingsgesteente
Gesteente is gestold, dus was vloeibaar
--> Endogeen proces!
Voorbeeld: Basalt, Graniet

Slide 16 - Slide

Stollingsgesteenten ontstaan door...
A
de werking van de hydrologische kringloop
B
de opeenhoping van verweringsmateriaal
C
het afkoelen en hard worden van magma
D
het recyclen van sedimentgesteenten

Slide 17 - Quiz

Ontstaan
Metamorf gesteente:
  • Onder hoge druk en/of hoge temperatuur verandert gesteente van samenstelling


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Uiterlijke kenmerken
Metamorf gesteente:
  • Helemaal gekristalliseerd
  • Geen fossielen

Voorbeeld:
Marmer, leisteen 

Slide 20 - Slide


Welk hoofdtype gesteente is dit?
A
Stollingsgesteente
B
Sedimentgesteente
C
Metamorf gesteente

Slide 21 - Quiz

Welk gesteente is géén stollingsgesteente?
A
Basalt
B
Leisteen
C
Tufsteen
D
Graniet

Slide 22 - Quiz

Klei
Schalie
Schist
Leisteen

Slide 23 - Slide

plantenresten -> veen -> bruinkool -> steenkool

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Stollings-
gesteenten
Sediment-
gesteenten
Metamorfe gesteenten

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Leg uit hoe de hydrologische kringloop effect heeft op de gesteentekringloop. Gebruik in je antwoord 'exogene processen'.

Slide 28 - Open question

Gesteente: check!
  1. Wat voor steen is het? Waarom (geef eigenschappen)
  2. Bij welke (hoofd)gesteentegroep hoort het?
  3. Leg uit hoe het gesteente is ontstaan?
  4. Op welke plek zou je dit gesteente tegen kunnen komen?
Extra:
5. Wat is het geweest / wat kan het worden? 
6. Welke stap in de gesteentecyclus is daarvoor nodig?



Slide 29 - Slide

Aan de slag
- Maak de verkorte leerroute van paragraaf 2.9
- Maak Box3 - Gesteente
- Klaar? Maak de hoofdvraag.

Slide 30 - Slide